This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slide and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Karneval in Deutschland
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
01:35
Was bedeutet: "Alle Jläser huh"? Antwoord in het Nederlands
Slide 3 - Open question
Magst du Karneval?
😒🙁😐🙂😃
Slide 4 - Poll
Wer geht schon in seinen normalen Kleidern zum Karneval? Keiner. Alle sind verkleidet, sie tragen ein Narren-, Clowns-, Cowboy- oder sonst ein fantasievolles ____________.
A
Süßigkeiten
B
Konfetti
C
Kostüm
D
Winter
Slide 5 - Quiz
Wie nennt man "snoep" auf Deutsch?
A
Schnuuts
B
Süßen
C
Schnullies
D
Süßigkeiten
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Video
01:05
Als wat gaan Regina en haar vrienden verkleed?
A
kat
B
pauw
C
muis
D
koe
Slide 8 - Quiz
02:04
"Ein witziges Kostüm ist der eigentliche Schlüssel zum Erfolg" Wat voor een kostuum zou een succes moeten zijn volgens de presentator?
A
een eng kostuum
B
een kleurrijk kostuum
C
een modern kostuum
D
een grappig kostuum
Slide 9 - Quiz
02:36
Wat is "der Höhepunkt" (het hoogtepunt) van carnaval?
A
Rosenmontag
B
Aschermittwoch
C
Karnevalssamstag
D
Karnevalssontag
Slide 10 - Quiz
03:44
Wanneer beginnen de mensen met drinken?
A
dat mag pas om 11.11 uur
B
na 12.00 uur
C
in de (vroege) ochtend
D
in de namiddag
Slide 11 - Quiz
05:13
De meneer in het groene pak legt uit hoe carnaval gevierd wordt. Hoe veel dagen wordt er carnaval gevierd?
A
3 dagen
B
4 dagen
C
5 dagen
D
7 dagen
Slide 12 - Quiz
05:52
Hoe voelen de mensen zich, wanneer ze carnaval vieren?
A
helemaal zen/ontspannen
B
gespannen
C
verveeld
D
zoals normaal
Slide 13 - Quiz
Noem enkele dingen op, die je vandaag over de Duitse "Karneval" hebt geleerd