Spaans familie leenders

Spaans 
1 / 41
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Spaans 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

el desayuno - desayunar
7h - 8h
El desayuno
Het ontbijt in Spanje is meestal erg licht en bestaat uit koffie of warme chocolademelk met een koekje of toast.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

la comida - comer
14h - 16h
La comida
Dit is de belangrijkste en meest uitgebreide maaltijd van de dag. De Spanjaarden nemen hier dan ook de tijd voor en rusten na het middageten ook even uit. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

el almuerzo - almorzar
11h

El almuerzo
In de loop van de ochtend eten ze vaak nog een klein broodje of sandwich tussendoor. Dit noemt men ook wel  'el almuerzo'

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

la merienda - merendar
18h 
La merienda
Omdat het avondeten nog ver weg is nemen veel Spanjaarden aan het einde van de middag nog even een tussendoortje. Vaak is dit iets zoets.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

la cena - cenar
21h-23h
La cena
Het avondmaal is iets lichter dan het middageten normaal gesproken. Vaak gaat men even gezellig wat tapas eten in een bar.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Gazpacho
Bekijk de video (eerste gedeelte) en noteer de ingrediënten van de gazpacho in je schrift

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat was het oorspronkelijke doel van een tapa?
A
Zorgde ervoor dat er geen vliegen in het drankje kwam
B
Zodat de gast meer drank bestelde omdat je van de tapa dorst kreeg
C
Zodat de gast ziet wat je zou kunnen bestellen.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

"Para mí" betekent...
A
Voor mij
B
Ik wil
C
ik heb
D
ik ben

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Quiero =
A
voor mij
B
ik wil
C
ik heb
D
ik ben

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

¿Qué comida te gusta?
Me gusta la tortilla.
Me gustan los churros.
No me gustan las gambas. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

arroz
zanahoria
tomate
ensalada
manzana
bocadillo

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

café
zumo
yogur
gofres
cereales
huevo

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
el pollo
B
el atún
C
los calamares
D
el salmón

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
zumo
B
leche
C
agua
D
sal

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
el melocotón
B
la manzana
C
la zanahoria
D
el plátano

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
queso
B
huevo
C
mantequilla
D
arroz

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

las frutas
las verduras
carne y pescado
el salmón
la naranja
la hamburguesa
la cebolla
la zanahoria
la manzana
el filete
la pina

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

el primer plato
el segundo plato
el postre
una ensalada
la frtuta
una hamburguesa
pollo con arroz
una sopa
un helado
una tarta de chocolate
paella

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

telbare woorden
niet telbare woorden
azúcar
tomate
postre
arroz
leche
uvas
galletas
pera

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Saludable (gezond)
No saludable (niet gezond)
beber agua
patatas fritas con salsa
comer poco sal
comer menos  galletas
comer más verduras
beber té con azúcar

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

hay
en la mesa
una pizza
grande

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

hay
en algunas frutas
mucho
azúcar

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

quiere
agua
sin gas
mi hermana

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

me
mucho
gustan
los espaguetis

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

no
el fútbol
a María
le gusta

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Werkwoord gustar
pagina 40
Het is een apart werkwoord dat je niet helemaal vervoegd.

Het heeft maar 2 vormen:

  GUSTA --> enkelvoud zelfs nw / hele werkwoorden
  GUSTAN --> meervoud zelfs nw


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Werkwoord gustar
pagina 40
zelfstandig naamwoord, enkelvoud / hele werkwoord
zelfstandig naamwoord, meervoud

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Werkwoord gustar
pagina 40

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Het eten
  1. Gebraden kip                        12. Garnaal
  2. De rijst                                      13. Donut
  3. De soep                                   14. De jam
  4. De salade                                15. De kaas
  5. De sandwich                          16. Het ei
  6.  Ribben                                     17. De hotdog
  7. Stokbrood                               18. De hamburger
  8. Brood                                         19. De pizza
  9. Vis                                                20. De pasta
  10. Zalm
  11. Inktvis 

Slide 33 - Slide

Maak een gerecht en schrijf op wat erin zit.
gusta
gustan
A mí me ...... comer.
Le ..... los bombones.
A ti te ..... el chocolate.
Os ...... la pasta y galletas.

Slide 34 - Drag question

This item has no instructions

El desayuno
El almuerzo
La comida
La cena
La merienda
merendar (ie)
Un snack que se toma a media tarde
Comer
Lo que comes al principio de la tarde. La comida más importante del día
Desayunar
Una comida ligera al principio de la mañana
almorzar (ue)
Un pequeño bocadillo que se come entre 10 y 11 de la mañana
cenar
Una comida que se hace por la noche, entre las 20 y las 22

Slide 35 - Drag question

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

¡CONCURSO!

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

alimentos
pasta - rijst - aardappels - eieren - brood
vlees - kip - kalkoen - rundvlees - schapenvlees
varkensvlees- serranoham - chorizo - worsten
vis - heek - zalm - sardines - tonijn 
schaal- en schelpdieren
salade - sla - tomaten - paprika - ui - wortel - komkommer
fruit - sinaasappel - appel - banaan - peer   enzovoorts

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

VIDEO over ETEN
link op de volgende dia
kijken & luisteren
nazeggen 
opschrijven 
leren

de opdracht krijg je van de docent

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Video

This item has no instructions