Scheidbare werkwoorden

Scheidbare werkwoorden
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Scheidbare werkwoorden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Noem 3 scheidbare werkwoorden

Slide 3 - Mind map

Ik bel mijn vriendin op.
Wat is het scheidbare werkwoord?

Slide 4 - Open question

Ik haal mijn kinderen op.
Wat is het scheidbare werkwoord?

Slide 5 - Open question

Ik steek de straat over.
Wat is het scheidbare werkwoord?

Slide 6 - Open question

De jongen wil de som gaan uitleggen.
Wat zijn de werkwoorden in de zin
A
wil
B
wil gaan uitleggen
C
uitleggen
D
wil uitleggen

Slide 7 - Quiz

Pim .... de les uit het boek .... (overschrijven)

Slide 8 - Open question

Hij ......... zijn vrienden .......... (uitnodigen).

Slide 9 - Open question

Het kind ........... de appel .......... (zullen opeten)

Slide 10 - Open question

Vul het goede woord in:
De studenten hebben de docent..........
(uitlachen)

Slide 11 - Open question

vul het goede woord in:
Heb je het bericht ..............?
(doorgeven)

Slide 12 - Open question

Vul het goede woord in:
Hij heeft de koekjes .............
(opeten)

Slide 13 - Open question

Maak een goede zin met deze woorden:
De jongen/het boek/ hebben/uitlezen

Slide 14 - Open question

Maak een goede zin met deze woorden:
Mijn moeder/ de school/opbellen

Slide 15 - Open question

Maak een goede zin met de woorden:
de les/over een uur/ zijn/aflopen

Slide 16 - Open question

Hoe goed ging de grammatica van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Goed gewerkt!
 ​


Slide 18 - Slide