Thema 3 les 2 Vijf zintuigen

• Biologie
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Met je ogen kun je?

Met je oren kun je?

Met je neus kun je?

Met je tong kun je?

Met je huid kun je?

Welke vier onderdelen horen bij je oog?

1. pupil, zenuw, oorschelp, netvlies
2. pupil, zenuw, ooglens, netvlies
3. pupil, zenuw, ooglens, Netflix
4. pupil, zenuw, gehoorgang, netvlies

Wat is onderdeel 1?

1. netvlies
2. zenuw
3. ooglens
4. pupil

Wat is onderdeel 2?

1. netvlies
2. zenuw
3. ooglens
4. pupil

Wat is onderdeel 3?

1. netvlies
2. zenuw
3. ooglens
4. pupil

Wat is onderdeel 4?

1. netvlies
2. zenuw
3. ooglens
4. pupil

Wat is onderdeel 1?

1. gehoorgang
2. slakkenhuis
3. oorschelp
4. trommelvlies

Wat is onderdeel 2?

1. gehoorgang
2. slakkenhuis
3. oorschelp
4. trommelvlies

Wat is onderdeel 3?

1. gehoorgang
2. slakkenhuis
3. oorschelp
4. trommelvlies

Wat is onderdeel 4?

1. gehoorgang
2. slakkenhuis
3. oorschelp
4. trommelvlies

Is dit een prooidier of een roofdier?

Is dit een prooidier of een roofdier?

Is dit een prooidier of een roofdier?

Is dit een prooidier of een roofdier?

Is dit een prooidier of een roofdier?

Is dit een prooidier of een roofdier?

Je zintuigen sturen eerst een signaal naar?

1. hoofd
2. hersenen
3. neus
4. ogen

Wat is geen smaak?

1. chips
2. zoet
3. bitter
4. zuur

Wat kun je niet voelen met je zintuigen in je huid?

1. wind
2. kietelen
3. warmte
4. zoet