Extra 4: HWW of ZWW

werkwoorden / de persoonsvorm
Weet je nog wat werkwoorden zijn?
En wat was de persoonsvorm ook al weer?
Wat hadden deze twee met elkaar te maken?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

werkwoorden / de persoonsvorm
Weet je nog wat werkwoorden zijn?
En wat was de persoonsvorm ook al weer?
Wat hadden deze twee met elkaar te maken?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

meerdere werkwoorden in één zin ...
in een zin kunnen meerdere werkwoorden staan
denk maar aan de persoonsvorm en het voltooiddeelwoord
"Ik heb vannacht goed geslapen"

Nu gaan we kijken welk werkwoord het belangrijkst is.
Dit werkwoord noemen we 'het zelfstandigwerkwoord' > ZWW
De andere werkwoorden noemen we 'hulpwerkwoorden' > HWW

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Wat is het zelfstandig werkwoord in de volgende zin:
Walter heeft een liefdesbrief geschreven.

Slide 17 - Open question

Ik zal morgen gaan.
A
zal = zww
B
zal = hww

Slide 18 - Quiz

Mijn zus heeft kilometers gelopen
A
gelopen = zww
B
gelopen = hww

Slide 19 - Quiz

Wat is hier het hulpwerkwoord?
Je wordt door hen bedrogen

Slide 20 - Open question

Welk woord is hier een zelfstandig werkwoord?
Piet is naar de stad geweest.

Slide 21 - Open question

Welk woord is hier hulpwerkwoord?
Ik was nog nooit eerder van het dak gevallen
A
was
B
gevallen
C
eerder

Slide 22 - Quiz

Hoeveel hulpwerwoorden staan er in deze zin?
Dat zou nooit mogen hebben kunnen gebeuren!

Slide 23 - Open question