Maurick les gedragseconomie

Project gedragseconomie 
Vandaag: 
-Kennismaken met de homo economicus 
-Experimenten
-Gedragseconomie in de praktijk
-Afsluiting



                                                 
© copyright 1979-2021 Peter Pennartz
1 / 43
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Project gedragseconomie 
Vandaag: 
-Kennismaken met de homo economicus 
-Experimenten
-Gedragseconomie in de praktijk
-Afsluiting



                                                 
© copyright 1979-2021 Peter Pennartz

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Project gedragseconomie 
Vandaag: 
-Kennismaken met de homo economicus 
-Experimenten
-Gedragseconomie in de praktijk
-Afsluiting



                                                 
© copyright 1979-2021 Peter Pennartz

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Stel je voor je wilt een bijbaantje. Je hebt twee opties om uit te kiezen. Je kan kiezen om fietsend kranten te gaan bezorgen, of om fietsend maaltijden te gaan bezorgen. Je vindt dit allebei even leuk werk.
  • Als je kranten gaat bezorgen krijg je een vast loon, namelijk 300 euro per maand.
  • Als je maaltijden gaat bezorgen, hangt je loon af van of er bestellingen gedaan worden. Er is een 50 % kans dat het druk is en een 50% kans dat er geen bestellingen binnenkomen.              Als het druk is, verdien je 600 euro per maand, maar als er geen bestellingen binnenkomen verdien je niks.
Welk van de bijbaantjes zou jij kiezen?







Je kunt kiezen uit twee waardebonnen. 

Waardebon A: Je krijgt 100 euro. 

Waardebon B: Je hebt 50% kans om 200 euro te winnen en 50% kans om niets te winnen. 

Welke waardebon zou jij kiezen?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

A) Je krijgt 100 euro

B) Je hebt 50% kans op 200 euro en 50% kans op 0 euro
A
100 euro
B
Kans op 200 euro

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Berekening
100 % kans op € 100 = € 100 

50% kans op € 0 en 50% kans op € 200 
= 0,5* €0 + 0,5*€ 200 = € 100

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Homo economicus, wie is dat?
Rationeel
Heeft volledige informatie
Emoties spelen geen rol in keuzes
Streeft eigenbelang na, maximaliseert eigen opbrengst

  • In sommige economische modellen wordt verondersteld dat elk mens zich gedraagt als de homo economicus, maar is dat ook zo?




Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Geef een voorbeeld waarin jij niet handelde als homo economicus.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Dictator game
Je wordt willekeurig ingedeeld met een andere klasgenoot, jullie vormen een tweetal. Je weet niet met welke klasgenoot je dit tweetal vormt. Een van jullie is speler A en de ander speler B. Als tweetal ontvangen jullie 8 muntjes van   €1. Speler A mag beslissen hoe hij/zij deze € 8 verdeelt tussen de twee spelers.

 Controlevraag
 Als speler A ervoor kiest om € 6 aan speler B te geven, hoeveel heeft speler A dan zelf?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Als speler A ervoor kiest om € 6 aan speler B te geven, hoeveel houdt speler A dan zelf over?
€8
€7
€6
€5
€4
€3
€2
€1
€0

Slide 10 - Poll

This item has no instructions

Stel, jij bent speler A en moet € 8 verdelen. Welk bedrag geef je aan speler B?

€8
€7
€6
€5
€4
€3
€2
€1
€0

Slide 11 - Poll

This item has no instructions

Bespreken experiment
Noem een reden waarom speler A een gedeelte van de € 8 aan speler B zou geven.
  • Deelt graag met anderen
  • Wil door anderen gezien worden als iemand die deelt
  • Wil door zichzelf gezien worden als iemand die deelt
  • Houdt niet van een ongelijke verdeling
  • Geeft niet om geld
  • Verwacht op een later moment ervoor beloond te worden 
  • De andere persoon is aardig/aantrekkelijk





Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Als speler A rationeel is en zijn eigen uitkomst maximaliseert, welk bedrag zal hij aan speler B geven?
€8
€7
€6
€5
€4
€3
€2
€1
€0

Slide 13 - Poll

This item has no instructions

Ultimatum game
Je wordt willekeurig ingedeeld met een andere klasgenoot, jullie vormen een tweetal. Je weet niet met welke klasgenoot je dit tweetal vormt. Een van jullie is speler A en de ander speler B. Als tweetal ontvangen jullie 8 muntjes van   €1. Speler A kiest hoe hij/zij deze € 8 verdeelt tussen de twee spelers. 

Speler B kiest vervolgens of hij/zij akkoord gaat met de verdeling van speler A. Als speler B de verdeling van speler A afwijst, krijgen beide spelers 0 euro. 


Slide 14 - Slide

- Lees de instructies van experiment 2 voor aan de leerlingen. 
- Stel de controlevraag 
Stel, speler A biedt speler B 2 euro en houdt zelf 6 euro. Speler B weigert het aanbod. Hoeveel krijgt speler A dan?
A
0 euro
B
2 euro
C
6 euro
D
8 euro

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Stel, jij bent speler A en moet € 8 verdelen. Welk bedrag geef je aan speler B?

€8
€7
€6
€5
€4
€3
€2
€1
€0

Slide 16 - Poll

This item has no instructions

Stel, jij bent speler B. Vanaf welk bedrag voor jou zou je akkoord gaan met het voorstel van speler A?

€8
€7
€6
€5
€4
€3
€2
€1
€0

Slide 17 - Poll

This item has no instructions

Zou de homo economicus als speler B een aanbod van speler A afslaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Zie je verschil?
Verschil tussen dictator game en ultimatum game 

Jullie streven niet alleen je eigen belang na:
- Ook bij de dictator game wordt geld gedeeld, ook al heeft speler A daar geen belang bij 
- Een bod van speler A wordt soms afgeslagen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Dictator Game in het echt: gemiddeld werd 25,6% van het bedrag aan speler B gegeven

Bron: Tisserand et al. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Ultimatum Game in het echt: gemiddeld werd 41% van het bedrag aan speler B gegeven en geaccepteerd

Bron: Tisserand et al. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Economische modellen en de homo economicus

Als de kenmerken van een homo economicus niet overeenkomen met het gedrag van mensen, waarom gebruiken we deze dan toch in sommige modellen?

  • Het is te complex om rekening te houden met het (verschillende) gedrag van alle mensen, dus gebruiken we modellen die een versimpeling van de werkelijkheid zijn. 



Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Gedragseconomie in de praktijk

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

The Economist
Je wil een abonnement afsluiten op economisch tijdschrift The Economist. Als je op de website van The Economist kijkt, zie je de volgende twee opties. 
A. Een abonnement waarbij je The Economist digitaal kunt lezen voor 75 euro per jaar. 
B. Een abonnement waarbij je zowel de papieren versie krijgt als de digitale artikelen kan lezen voor 125 euro per jaar. 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Welk abonnement kies je?
A: alleen digitaal, 75 euro
B: op papier en digitaal, 125 euro
A
Digitaal
B
Zowel papier als digitaal

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

The Economist
Na even twijfelen open je opnieuw de website van The Economist. Er is een extra optie voor een abonnement toegevoegd:
C. Een abonnement waarbij je alleen de papieren versie elke maand krijgt voor 120 euro per jaar. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Welk abonnement kies je?
A: alleen digitaal, 75 euro
B: zowel papier als digitaal, 125 euro
C: alleen papier, 120 euro
A
Digitaal
B
Zowel papier als digitaal
C
Papier

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Decoy effect / afleidingseffect
Heeft de toevoeging van optie C jouw keuze veranderd?

De voorkeur tussen A en B verandert, wanneer er een extra optie wordt toegevoegd. Keuze B lijkt nu opeens een heel goede deal. Omdat er een derde minder aantrekkelijke keuze is, verandert de voorkeur tussen de twee andere keuzes, terwijl die niet veranderd zijn. 


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Werkt dit ook zo in de praktijk?
Dit onderzoek is echt uitgevoerd door gedragseconoom Dan Ariely. 
Bij alleen de eerste twee opties koos slechts 32% van de mensen voor het dure combinatieabonnement. 

Als ook het papieren abonnement (de afleider) erbij staat kiest 84% van de mensen voor het combinatieabonnement!


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

De bioscoop
copyright: Hochma, T. 2020

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Hoe kan je ervoor zorgen dat het afleidingseffect van de bioscoop geen rol speelt bij het maken van je keuze?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Probleem overheid
De overheid wil en moet de CO2-uitstoot verlagen met 55% ten opzichte van 1990.

Hoe kan de overheid dit doen?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Nederland

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Experiment in Wenen, Oostenrijk

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Het default-effect
Mensen kiezen vaak voor de standaardoptie (de “default”), alleen maar omdat dat de standaard optie is. Ze gaan voor gemak. 

De keuze is niet veranderd: je kan nog steeds kiezen uit vlees of vegetarisch. Alleen de standaardoptie is anders. 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Na invoering donorwet
Stijging van 30 procentpunt van donoren 
- Meer mensen die kiezen voor ja 
- Veel mensen die geen keuze hebben ingevuld die nu op "ja" staan


Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Maak tweetallen.
Ga naast elkaar zitten. 

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting: ultimatum game
  • Jullie gaan vier paaseitjes verdelen
  • Speler A: schrijft op een briefje "Ik wil X paaseitjes aan speler B geven". 
  • Speler B: schrijf op een briefje " Ik wil minimaal X paaseitjes krijgen van speler A".
  • Vouw je briefje dicht, schrijf je naam erop en lever in 

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
Speler A schrijft op: Ik wil 3 paaseitjes aan speler B geven. 
Speler B schrijft op: Ik wil minimaal 2 paaseitjes van speler A krijgen.

A > B. Speler A krijgt 1 paaseitje, speler B krijgt 3 paaseitjes. 

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
Speler A schrijft op: Ik wil 1 paaseitje aan speler B geven. 
Speler B schrijft op: Ik wil minimaal 2 paaseitjes van speler A krijgen.

B > A. Beide spelers krijgen geen paaseitjes. 

Slide 43 - Slide

This item has no instructions