K4, T8, BS 4, Voortplanting

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3,4

Thema 8, BS 4 4

Voortplanting

Thema 8, BS 4 4

Voortplanting

Leerdoelen

8.4.1 Je kunt beschrijven hoe ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplanting plaatsvinden en je kunt hiervan voorbeelden bij planten geven.

8.4.2 Je kunt de delen van een bloem noemen met hun kenmerken en functies.

Voortplanting bij planten

Geslachtelijke voortplanting

Ongeslachtelijke voortplanting

Vraag: Wat zal het verschil zijn? 

Ongeslachtelijke voortplanting

Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een organisme uit tot een nieuw organisme. 

Ongeslachtelijke voortplanting vindt plaats door middel van mitose (gewone celdelingen).

Na mitose hebben nakomelingen exact hetzelfde genotype als de ouderplant.

Stekken

Een stuk van een plant afsnijden.

Op water zetten.

Na verloop van tijd groeien hier wortels aan.

Nieuwe plant in de grond zetten. 

Voorbeelden van ongeslachtelijke voortplanting:

Knollen

een verdikte stengel of wortel die veel reservestoffen bevat.

bollen (verdikte bladeren met reservestoffen)

Enten

Een deel van een plant (de ent) wordt op een deel van een andere plant (de onderstam) geplaatst.

 

De vaatbundels in de ent groeien vervolgens weer vast aan de vaatbundels in de onderstam bv. bij druivenplant.

Uitlopers

Wortelstokken

aardbeien

lelietje-van-dalen

Geslachtelijke voortplanting:

Bij geslachtelijke voortplanting versmelten de kernen van twee geslachtscellen. 

Hierdoor ontstaat een bevruchte eicel.

Geslachtscellen ontstaan door meiose (reductiedeling) met de helft van de erfelijke informatie. 

Bij bevruchting versmelten 2 geslachtscellen met elkaar en ontstaat een nieuw genotype.

Verschillende bloemen

Bloemen zijn nodig voor geslachtelijke voortplanting van zaadplanten.

De onderdelen van een bloem

Meeldraden: het mannelijke voortplantingsorgaan van de plant

Stuifmeelkorrel: de mannelijke geslachtscel, ontstaan door meiose.

De stamper: het vrouwelijke voortplantingsorgaan 

                                         van de plant

Iedere eicel kan maar door één stuifmeelkorrel worden bevrucht.

vruchtbeginsel

Huiswerk 

Thema 8 Lezen BS 4 en maken opdrachten: 1, 2, 3 (opdracht bij afbeelding 17), 4, 5.