§ 9 politieke partijen

Tijd van burgers en stoommachines   1800 - 1900
Kenmerkende aspecten:

  • De industriële revolutie
  • De sociale kwestie
  • Emancipatiebewegingen
  • Democratisering
  • Politieke stromingen
  • Het moderne imperialisme
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Tijd van burgers en stoommachines   1800 - 1900
Kenmerkende aspecten:

  • De industriële revolutie
  • De sociale kwestie
  • Emancipatiebewegingen
  • Democratisering
  • Politieke stromingen
  • Het moderne imperialisme

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

herhaling § 8
Quizvragen

Slide 3 - Slide

Wat is het kabinet?
A
alle ministers (en staatssecretarissen)
B
De 1e en 2e kamer

Slide 4 - Quiz

Hoe noem je de persoon die uitzoekt welke partijen samen willen werken na de verkiezingen?
A
Formateur
B
Informateur

Slide 5 - Quiz

Waarom moeten partijen in Nederland eigenlijk samenwerken?
A
Omdat ze anders geen meerderheid hebben in de 2e Kamer en wetten dan niet aangenomen kunnen worden.
B
Omdat ze anders steeds ruzie maken en dat is niet goed voor het bestuur van het land.

Slide 6 - Quiz

Hoe noem je de partijen die niet in de regering zitten?
A
Coalitie
B
Oppositie

Slide 7 - Quiz

Wat doet de formateur?
A
Het kabinet samenstellen door ministers uit te zoeken
B
Overleggen met de koning over het kabinet

Slide 8 - Quiz

Uitleg § 9

Slide 9 - Slide

vraag

Waarom hebben we in Nederland zoveel verschillende partijen?

Slide 10 - Slide

Record aantal (89) partijnamen geregistreerd voor Tweede Kamerverkiezing 2021

  • kandidaten met ongeveer dezelfde ideeën gaan samenwerken
  • Voor de kiezers handig: je kunt het partijprogramma lezen en daar een kandidaat bij kiezen

  • Tegenwoordig: lijsttrekker

  • Nog maar weinig mensen zijn lid van een politieke partij


Slide 11 - Slide

Liberalen
  • vrijheid is belangrijker dan gelijkheid
  • persoonlijke vrijheid (burgerrechten)
  • economische vrijheid (vrije markt, minder belastingen)
  • De overheid moet vooral voor veiligheid zorgen en niet veel meer
  • 'rechts'

Slide 12 - Slide

Socialisten 
  • Gelijkwaardigheid
  • Eerlijke verdeling van kennis, inkomen en macht
  • Komen op voor de rechten van arbeiders  
  • Overheid moet ingrijpen in de economie > meer belastingen
  • 'links', sociaaldemocraten

Slide 13 - Slide

Confessionelen
  • geloof en naastenliefde
  • respect voor de bijbel
  • komt op voor gezinnen, verenigingen, kerken 
  • Mensen moeten eerst samenwerken, als dat niet lukt moet de overheid ingrijpen
  • 'midden', christendemocraten

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Stellingen
Past de uitspraak het beste bij links of bij rechts?

Slide 16 - Slide

'Nederland moet meer geld geven aan arme landen'.
A
Socialisten (links)
B
Liberalen (rechts)

Slide 17 - Quiz

'Er moeten meer wegen gebouwd worden om files te voorkomen'.

A
Socialisten (links)
B
Liberalen (rechts)

Slide 18 - Quiz

'Uitkeringen moeten minder makkelijk te krijgen zijn'.
A
Socialisten (links)
B
Liberalen (rechts)

Slide 19 - Quiz

Het is terecht dat ceo's van grote bedrijven 100x meer verdienen dan de gemiddelde werknemer van dat bedrijf
A
Socialisten (links)
B
Liberalen Rechts

Slide 20 - Quiz

'Nederland moet net als andere landen meer geld geven aan defensie'.
A
Socialisten (Links)
B
Liberalen (Rechts)

Slide 21 - Quiz

'Werknemers moeten veel meer te zeggen krijgen in een bedrijf'.
A
Links
B
Rechts

Slide 22 - Quiz

'Eigen verantwoordelijkheid is belangrijker dan voor elkaar zorgen'.
A
Links
B
Rechts

Slide 23 - Quiz

'De overheid moet meer geld uitgeven aan het openbaar vervoer'.
A
Links
B
Rechts

Slide 24 - Quiz

'Het minimumloon moet zo laag mogelijk zijn, zodat werkgevers veel mensen aan kunnen nemen.'
A
Socialisten (Links)
B
Liberalen (Rechts)

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Slide