This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
1.3 Rivieren in de oceanen
Slide 1 - Slide
Planning
Terugblik vorige les
Afronden paragraaf 1.3
Aan de slag + video bekijken
Slide 2 - Slide
Hoe worden zeestromen voornamelijk aangedreven?
Slide 3 - Open question
Waar ontstaan de warme en koude zeestromen? Leg uit waarom dat zo is.
Slide 4 - Open question
Zowel zeestromen als windstromen hebben op het noordelijk halfrond een afwijking naar links
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Aangeven welke invloed atmosferische circulatie en zeestromen hebben op klimaat- en landschapsgebieden
Warme zeestroom: zorgt voor warmte, regen en ijsvrijehavens tot aan Moermansk toe
Koude zeestroom: zorgt voor extra koud klimaat. In subtropen: voorkomen woestijnen; koude zeewater koelt de lucht erboven af, waardoor deze weinig vocht kan vasthouden.
Slide 6 - Slide
Thermohaliene circulatie
Slide 7 - Slide
Thermohaliene circulatie
Thermo = temperatuur
Haliene = zoutgehalte
Slide 8 - Slide
Opname van warmte door de oceaan
Op de kaarten op de volgende bladzijde zie je de warmteopname door de oceanen. Positieve waarden geven een opname aan, negatieve aan afgave van warmte aan de atmosfeer. Los daarna de vragen op.
Slide 9 - Slide
warmteopname door de oceanen
zeestromingen in de Atlantische Oceaan
Slide 10 - Slide
Waar wordt de meeste warmte genomen? Uiteraard in het evenaarsgebied, maar ook nog ergens anders. Waar?
Slide 11 - Open question
Is de noordelijke Atlantische Oceaan een gebied waar de oceaan warmte opneemt of eerder afstaat aan de atmosfeer?
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
Aantekening Oceaan- en zeestromen
Oceanische circulatie: bestaat uit warme oppervlaktestromen en koude dieptestromen
Oorzaken:
1. Grote windsystemen: drijven zeestromen aan
2. Thermohaline circulatie op gang gebracht door wegzakken koud en zout water bij diepwaterpomp
Klimaatinvloed oceanische circulatie:
1. Grote invloed temperatuurverdeling door transport/energie warmte van evenaar
- warme golfstroom: transporteert warmte van evenaar richting pool
- koude golfstroom: bij pool afgekoeld water stroomt richting evenaar
2. Zeestroom heeft verwarmende of verkoelende werking langs kust (bijv. Ned.)