3F D3 LES 13 Toegepast

1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Kun jij de metrieke reeksen uit je hoofd noteren?
"kan het dametje met de centimeter meten?"





​Oversteek tussen soorten inhoud via  liter <-> dm3   en   cm3 <-> ml
1          are =                      100 m2
1 hectare = 1 ha =  10.000 m2                  /                  1 ton = 1000 kg

Slide 3 - Slide

opgave 1 - TIJD

Drie glazenwassers wassen samen 1200 ramen van een groot kantoorgebouw.​
Iedere glazenwasser werkt 6 uur per dag, 5 dagen in de week.​
Een raam wassen duurt gemiddeld negen minuten.​
Hoeveel weken hebben de drie glazenwassers nodig om alle ramen te wassen?​
hoeveel minuten zijn er nodig?
hoeveel uren zijn er nodig?
hoeveel uur werkt 1 persoon per week?
4  hoeveel uur werken 3 personen per week?
hoeveel weken zijn ze bezig?
A
1 week
B
1,5 week
C
2 weken
D
2,5 weken

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

opgave 2 - SNELHEID

De glijbaan is 53 meter lang.
Je glijdt in vier seconden naar beneden.​
Wat is dan de gemiddelde snelheid in km/u?
 bereken de meters in 1 sec
bereken de meters in 3600 sec (= 1 uur)
3  zet de meters om naar km
A
14,4 km/u
B
46,8 km/u
C
47,7 km/u
D
190,8 km/u

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

opgave 3 - SNELHEID

Fabian heeft voor het eerst een
parachutesprong gemaakt en wil weten
hoe groot zijn valsnelheid was.​​
Wat is zijn gemiddelde snelheid in km/u tijdens de vrije val?​
 hoeveel meter duurt de vrije val?
 hoeveel km in 1 minuut?
3  hoeveel km in 60 minuten (= 1 uur)
A
48 km/u
B
180 km/u
C
200 km/u
D
228 km/u

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

opgave 4 - SNELHEID

Hoeveel kilometer per uur rijdt de
hogesnelheidstrein gemiddeld?
Rond af op een heel getal.​
 zet de mijlen om naar km
 zet 2:18 uur om naar minuten
3  bereken afstand van 1 minut
4  bereken afstand van 60 minuten
afronden
A
224 km/u
B
223,9 km/u
C
139 km/u
D
139,1 km/u

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

opgave 5 - VERKOOPSNELHEID / GEMIDDELDE

De 24.000 kaarten voor het concert van Adéle
in de Ziggo Dome waren in 20 minuten uitverkocht​.​
Hoeveel kaarten voor dit concert werden er
gemiddeld per seconde verkocht?​
 zet de minuten om naar seconden
 deel het aantal kaarten door het aantal seconden
A
12 kaarten/sec
B
20 kaarten/sec

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

opgave 6 - GEWICHT / VERHOUDINGEN

Uit 1000 kg afgedankte mobieltjes kan 150 gram goud gehaald
worden.​ Het gemiddelde gewicht van een mobiel is 120 gram.​
​Hoeveel milligram is het gemiddelde gewicht aan goud in
een mobieltje?​ Rond af op hele milligrammen.​
 zet gewicht van mobiel om naar kg
 hoeveel mobieltjes passen er in 1000 kg?
3  dát aantal mobieltjes bevat 150 g goud
4  hoeveel gram is dat per mobieltje?
A
0,0125 mg
B
12,5 mg
C
0,018 mg
D
18 mg

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

opgave 7 - INHOUD / BESPARING

Je douchekop laat 12 liter water per minuut door.
Je doucht gemiddeld 5 minuten.​​ Je koopt een douchekop
die 8 liter water per minuut doorlaat. Je gaat er vanuit dat je
300 keer per jaar doucht.​ Voor water betaal je €1,30 per m3​.
Hoeveel euro bespaar je per jaar op het douchen?​
 bepaal het verschil in liters per douchebeurt
 bepaal de besparing in liters per jaar
3  zet liters om naar m3
4  bepaal de besparing per jaar
A
€ 7,80
B
€ 7,90
C
€ 8,00
D
€ 8,25

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

opgave 8 - INHOUD / VERHOUDING

Je hebt een zwembad. De afmetingen daarvan zijn
10 m x 4 m x 1,80 m.​
Per liter water mag je maximaal 1,5 mg chloor toevoegen.​
Hoeveel gram chloor mag je max. aan het zwembad toevoegen?​
 weten dm3 = liters!
2  zet de lengtematen om naar dm
 inhoud = L x B x H
4  bij 1 liter mag 1,5 mg chloor: bereken dit nu voor 'alle liters'
5  zet mg om naar g
A
48 g
B
108 g

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide