Toetsstof Fotografie

• Fotografie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3,4

Toetsstof Fotografie

Fotografie

Lesstof over:

Cameratechniek

Beeldtaal

Fotografie

Beeldkader

Standpunt 

Stijlen 

Welke stand kies je op de camera als je alles handmatig in wilt stellen?

1. Automatische stand
2. Manuele stand
3. Sluitertijd stand
4. Diafragma stand

Met wat voor een soort lens kun je een onderwerp van extreem dichtbij fotograferen?

1. Standaardlens
2. Macrolens
3. Telelens
4. Groothoeklens

Met het diafragma bepaal je?

1. Hoelang er licht door de lens van de camera valt.
2. Hoe gevoelig de camera is voor het licht dat door de lens binnen valt.
3. Hoeveel licht er in de camera valt en wat er scherp is in de foto.
4. Hoeveel beweging je ziet in de foto.

1: Het liefste wil je een zo laag mogelijke ISO waarde

2: Er ontstaat ruis op een foto vanaf de waarde ISO 800.

1. 1 = x 2 = x
2. 1 = v 2 = x
3. 1 = v 2 = v
4. 1 = x 2 = v

Wat gebruik je niet om je lens te reinigen?

1. Microvezeldoek
2. Borsteltje
3. Blaasbalg
4. Speciaal reiningsmiddel

Plaats een foto van:
De regel van derden.

Welk kader gebruik je als je een gebouw in zijn geheel op de foto wilt zetten?

1. Close-up
2. Medium
3. Totaal
4. Geen van allen

Plaats een foto gemaakt vanuit kikvorsperspectief.

Plaats een foto gemaakt vanuit vogelvluchtperspectief.

Plaats een foto gemaakt vanuit neutraalperspectief.

Plaats een foto gemaakt vanuit
point-of-view.

De plaatsje die in de lens zitten heten?

1. Sluiter
2. Lenzen
3. Diafragma
4. Spiegel

Als je de achtergrond heel wazig wilt hebben, welke diafragma-instelling gebruik je dan?

1. F22
2. F12
3. F3
4. F1.4

Om de sluitertijd langer te maken om actie op te nemen, zet je de sluitertijd op?

1. Sneller
2. Langzamer
3. Medium
4. Verander je niks

Welk beeldkader wordt vaak bij een portret gebruikt?

1. Totaalshot
2. Longshot
3. Mediumshot
4. Close-up

Plaats een abstracte foto.

Plaats een surrealistische foto.

Plaats een modefoto.

Als ik bliksem wil fotograferen, welke instelling verander ik dan?

1. Sluitertijd
2. Zoombereik
3. Diafragma
4. ISO-waarde

Plaats een foto met gulde snede.

Welke zin klopt?

1. Bij weinig licht gebruik je een lange sluitertijd en bij veel licht een korte.
2. Met een lange sluitertijd kun je beweging bevriezen.
3. Met een korte sluitertijd kun je een beweging laten zien.
4. Bij veel licht gebruik je een lange sluitertijd, bij weinig licht een korte sluitertijd.

Als ik nu de toets moet halen, haal ik een...

010