1ha chapitre 3 - vidéo l'école

Planning du jour
Focusleren
Français en classe
Au travail
1 / 39
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Planning du jour
Focusleren
Français en classe
Au travail

Slide 1 - Slide

Focusleren
Chapitre 3
vocabulaire A/B/E/F
phrases C/G
grammaire D (être = zijn), H (bezittelijk voornaamwoord)

herhalen:
werkwoorden -er
avoir (chap1)
timer
7:00
E
F

Slide 2 - Slide

Français en classe
1. Tu aimes .... ?            2. Tu préfères ... ou ...  ?
3. Tu es en quelle classe?
4. Tu as quelles matières ...?
5. Quelle heure est-il ?

6. Qui est ton prof de ... ?
- C'est monsieur, madame ...
7. Il/elle est sévère ?
timer
5:00
kwart over 12

Slide 3 - Slide

Au travail
24a - lees de tekst + 1e bericht Meg. 
Beantwoord de vragen in het Nederlands. 
24b - lees nu de hele tekst. Bedenk 4 Franse vragen. 
24d -  lees opnieuw de reacties en kies goede antwoord. 
24e - beantwoord nu zelf de vraag van Magali in 30 woorden. 



timer
3:00

Slide 4 - Slide

Au travail
13a
13b
14a
14b
Klaar? Quizlet. 
timer
3:00

Slide 5 - Slide

Traduis (Vertaal):
- Wij hebben.
- Jij bent.

Slide 6 - Open question

vertaal : 'nous aimons'
A
ik hou van
B
jij houdt van
C
wij houden van
D
wij zijn dol op

Slide 7 - Quiz

vertaal : 'les cours'
A
de les
B
de klas
C
de klassen
D
de lessen

Slide 8 - Quiz

- Quelle heure est-il?
Maak een hele zin.
timer
1:00

Slide 9 - Open question

- Quelle heure est-il?
Maak een hele zin.
timer
1:00

Slide 10 - Open question

- Tu es en quelle classe?
- Les maths, c'est à quelle heure ?
timer
2:00

Slide 11 - Open question

0

Slide 12 - Video

8

Slide 13 - Video

00:21
Wat zou - l'emploi du temps - kunnen betekenen?

Slide 14 - Open question

00:30
In welke klas zit Stephie?
timer
1:00

Slide 15 - Open question

00:39
Hoe laat vertrekt de bus?
A
6 uur
B
7 uur
C
8 uur
D
9 uur

Slide 16 - Quiz

00:51
Met wie gaat hij in de auto naar school?
A
son père
B
sa mère
C
son frère
D
sa soeur

Slide 17 - Quiz

01:01
Wat betekent 'à pied'?
A
met de bus
B
met de fiets
C
met de auto
D
te voet

Slide 18 - Quiz

01:27
Wat betekent 'midi' ?
timer
1:00

Slide 19 - Open question

02:03
Il aime les légumes?
Oui, il aime les légumes !
Non, il n'aime pas les légumes.

Slide 20 - Poll

02:17
Wat is Sophie's favoriete schoolvak?

Slide 21 - Open question

Wat betekent 'l'emploi du temps?'
A
de tijd
B
de school
C
het rooster
D
de tas

Slide 22 - Quiz

In welke klas zit Stephie?

Slide 23 - Open question

Hoe laat vertrekt de bus?
A
6 uur
B
7 uur
C
8 uur
D
9 uur

Slide 24 - Quiz

Met wie gaat hij in de auto naar school?
A
sa mère
B
son père
C
sa soeur
D
son frère

Slide 25 - Quiz

Wat betekent 'à pied?'
A
met de bus
B
met de fiets
C
met de auto
D
te voet

Slide 26 - Quiz

Wat betekent 'midi'?

Slide 27 - Open question

Il aime les légumes?
Oui, il aime les légumes.
Non, il n'aime pas les légumes.

Slide 28 - Poll

Stéphie haar favoriete schoolvak is 'l'histoire', welk vak is dat?
A
Frans
B
Aardrijkskunde
C
Wiskunde
D
Geschiedenis

Slide 29 - Quiz

Wat vond jij van de luisteropdracht?
Leg uit waarom.

Slide 30 - Open question

Au travail

Slide 31 - Slide

Wat betekent 'l'emploi du temps?'
A
de tijd
B
de school
C
het rooster
D
de tas

Slide 32 - Quiz

In welke klas zit Stephie?

Slide 33 - Open question

Hoe laat vertrekt de bus?
A
6 uur
B
7 uur
C
8 uur
D
9 uur

Slide 34 - Quiz

Met wie gaat hij in de auto naar school?
A
sa mère
B
son père
C
sa soeur
D
son frère

Slide 35 - Quiz

Wat betekent 'à pied?'
A
met de bus
B
met de fiets
C
met de auto
D
te voet

Slide 36 - Quiz

Wat betekent 'midi'?

Slide 37 - Open question

Il aime les légumes?
Oui, il aime les légumes.
Non, il n'aime pas les légumes.

Slide 38 - Poll

Stéphie haar favoriete schoolvak is 'l'histoire', welk vak is dat?
A
Frans
B
Aardrijkskunde
C
Wiskunde
D
Geschiedenis

Slide 39 - Quiz