Les 8 Huidtypen en huidcondities

Hoofdstuk 4.4 & 4.5
Huidtypen en condities
Invloed van leeftijd, geslacht en huidskleur

Beautylevel boek 2
Het menselijk lichaam
1 / 18
next
Slide 1: Slide
uiterlijke verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 4.4 & 4.5
Huidtypen en condities
Invloed van leeftijd, geslacht en huidskleur

Beautylevel boek 2
Het menselijk lichaam

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kan verschillende huidtypes herkennen en onderscheiden. 
  •  Je kan benoemen wat voor invloed leeftijd, geslacht, en huidskleur hebben op de huidconditie. 

Slide 2 - Slide

Huidtypen 
  • Het is belangrijk dat de behandeling en verzorgingsproducten die je gebruikt goed passen bij het huidtype en de huidconditie van je cliënt. 
  • Het huidtype dat je hebt, wordt bepaald door de hoeveelheid talg die de talgklieren produceren en de aanleg van je huid om op prikkels te reageren. 

Er zijn 4 huidtypen te onderscheiden:
- De normale huid
- De droge huid
- De vette huid
- De gecombineerde huid

Slide 3 - Slide

Normale huid 
Huidkenmerken:
  • Talgklieren produceren een normale hoeveelheid talg.
  • Poriën zijn fijn van structuur.

Uiterlijke kenmerken:
  • Huid is zacht, veerkrachtig, gaaf en fris van 
    kleur. 
  • Neus en kin kunnen een beetje vet en 
    daardoor glanzend zijn. 

Slide 4 - Slide

Droge huid (Sebostase)
Huidkenmerken:
  • Talgklieren produceren weinig talg.
  • Hoornlaag is dun.
  • Poriën zijn fijn van structuur

Uiterlijke kenmerken:
  • Huid is droog en vaak schilferig

Overige kenmerken:
  • Gevoelig voor invloeden van buitenaf, zoals warmte en kou

Slide 5 - Slide

Vette huid (Seborrhoe)
Huidkenmerken:
  • Talgklieren produceren te veel talg.
  • Hoornlaag is dik.
  • Poriën zijn grof en rond

Uiterlijke kenmerken:
  • Huid is stevig en kan glimmen.
  • Een sterk verhoornde huid voelt stug en hard.
  • Soms schilferig.

Overige kenmerken:
  • Vatbaar voor onzuiverheden.


Slide 6 - Slide

Gecombineerde huid
Huidkenmerken: 
  • Talgproductie varieert: op sommige plaatsen te veel en andere plaatsen te weinig. 
  • Vertoont kenmerken van zowel vette als droge, normale of gevoeligheid.

Uiterlijke kenmerken:
  • Vertoont uiterlijke kenmerken van zowel vette als droge, normale of gevoelig huid. 

Slide 7 - Slide

Huidcondities
Is de staat van de huid die bepaald wordt door interne en externe invloeden. 
  • Interne invloeden zijn bijvoorbeeld: Hormonen, stress, ziekte en je eetpatroon.
  • Externe invloeden zijn bijvoorbeeld: uv-straling en weersinvloeden. 

Slide 8 - Slide

Gevoelige huid
  • Naast een normaal, droge, vette of gecombineerde huid kan de huid ook gevoelig zijn. 
  • Gevoelige huid reageert snel en hevig op prikkels.
  • Allergische reacties, roodheid en eczeem komen vaak voor. 

Slide 9 - Slide

Invloed van leeftijd
  • Met ouder worden neemt de kwaliteit van alle huidweefsels af.  Dit noem je degeneratie.
  • De belangrijkste oorzaken van huiddegeneratie zijn: afname celactiviteit, kwaliteit van de bindweefselvezels en afname van vocht in de cellen. Hierdoor ontstaan bijvoorbeeld rimpels. 

Slide 10 - Slide

Invloed van geslacht
  • De mannenhuid verschilt van de vrouwenhuid, dit heeft te maken met de verschillende hormoonspiegel. 
  • Mannen maken meer androgenen (mannelijke 
    geslachtshormonen) aan dan vrouwen.  

Slide 11 - Slide

Invloed van huidskleur
De donkere huid kan beter omgaan met warmte en zon licht dan de lichte huid. Dit komt door: 
  • Betere doorbloeding (meer warmte afgifte).
  • Grotere hoeveelheid melanine.
  • Dikkere hoornlaag (meer uv-bescherming)

Slide 12 - Slide

Indeling van Fitzpatrick
Huidtype 1: zeer lichte huid, rood/lichtblond haar.
Huidtype 2: lichte huid, blond haar
Huidtype 3: licht getinte huid, donkerblond tot bruin haar.
Huidtype 4: meestal een getinte huid, donker haar.
Huidtype 5: donkere huid, donker tot zwart haar.
Huidtype 6: zeer donkere huid, zwart haar


Slide 13 - Slide

Waarvan is de huidglans afhanelijk?
A
De dikte van de opperhuid
B
De hoeveelheid melanine
C
De donsbeharing

Slide 14 - Quiz

Waardoor wordt de huidskleur onder andere bepaald?
A
De hoeveelheid talg
B
De dikte van de hoornlaag
C
De bindweefselvezels van de lederhuid

Slide 15 - Quiz

Hoe worden de vriendelijke micro-organismen op de huid ook wel genoemd?
A
Huidflora
B
Huidbarrière
C
Zuurmantel

Slide 16 - Quiz

Wat is een kenmerk van een vette huid?
A
Nauwelijks zichtbare poriën
B
Aanwezigheid van comedonen
C
Een dunne hoornlaag

Slide 17 - Quiz

Waardoor wordt de talgklierwerking voornamelijk gestimuleerd?
A
Adrenaline
B
Animale zenuwstelsel
C
Androgene hormonen

Slide 18 - Quiz