Week 1: Wet-BIG

Module B2 -Wet-BIG
Periode 4, week 1
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Module B2 -Wet-BIG
Periode 4, week 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  1. Aan het einde van de les kan de student uitleggen wat de WET-BIG inhoudt en de beroepen die onder deze wet vallen.
  2. De student kan het verschil uitleggen tussen bevoegd en bekwaam handelen en benoemen wat dit betekent voor de eigen professionele grenzen binnen de zorg.
  3. De student kan voorbeelden uit de praktijk beoordelen en zeggen of deze volgens de WET-BIG zijn.
  4. De student kan uitleggen welke verantwoordelijkheden en plichten een zorgverlener heeft volgens de WET-BIG en hoe deze van invloed zijn op de kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Check-in, hoe zit je er bij vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

Waar kan ik de theorie vinden?
Thiemen Meulenhoff -> Verpleegtechnische handeling
Module 1: Voorbehouden handelingen
Kopje 1: Voorbehouden handelingen

Thiemen Meulenhoff -> Beroep, zorgverlening en organisatie 
Module 2: Wet- en regelgeving in de zorg
Kopje 1: Wetten en regels over de zorgverlening

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Introductie Module B
5 weken les over onderwerpen zoals: 
  • Wet-BIG, Perifeer infuus en omgang met de zorgvrager.
  • Een casus oefentoets
Eindproduct: casustoets 

Iedere week een oefentoets op Thiemen Meulenhoff. 
75% hoger in week 2? Dan geen oefentoets in week 3.
Alles 75% of hoger: maak dan van iedere les de zelftoets. 

Slide 5 - Slide

De studenten dienen iedere week een oefentoets van Thiemen Meulenhoff te maken, zie dia huiswerk. De student moet minimaal 75% behalen. 
Om dit te controleren dien je een groep aan te maken in Thiemen Meulenhoff. Deel de code met je studenten waardoor er overzicht ontstaat. 

Mochten de studenten de oefentoets van week 1 en 2 beide met 75% behaald hebben, hoeven ze de oefentoets van week 3 (perifeer infuus deel 2) niet te doen. Als studenten voorlopen op de leerstof, laat ze dan op Thiemen Meulenhoff de zelftoets maken. 

Wanneer studenten de 75% niet halen, dienen een verdiepende opdracht te maken en in te leveren op it's-learning. 

Controleer dit iedere week vóór de les.

Wat weet je over de Wet-BIG?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Poster opdracht
  • Groep 1: Wat is de WET-BIG?
  • Groep 2: Bevoegd vs. Bekwaam
  • Groep 3: Toepassing van de WET-BIG in de praktijk
  • Groep 4: Verantwoordelijkheden en plichten van zorgverleners
  • Uitwerken poster: 30 minuten
  • Presentaties: 15 minuten (4 min per groep)

Slide 7 - Slide

Lesindeling
  • Tijd: 60 minuten
  • Uitleg opdracht: 10 minuten. Je bent vrij of de studenten zelf groepen maken of de docent groepen maakt. Laat ze eerst een onderwerp kiezen en ga daarna langs de studenten om uit te leggen wat er expliciet van hen verwacht wordt. Het moet interactief zijn! Laat ze ook vragen opstellen.
  • Uitwerken poster: 30 minuten
  • Presentaties: 15 minuten (4 min per groep)
  • Afsluiten 5 minuten

Groepen en deelonderwerpen
Groep 1: Wat is de WET-BIG?
Inhoud:
  • Wat houdt de WET-BIG in?
  • Welke beroepen vallen onder deze wet?
  • Waarom is de WET-BIG belangrijk in de zorg?
Poster-eisen:
  • Definieer kort en duidelijk de WET-BIG.
  • Maak een overzichtelijke lijst van beroepen die onder de WET-BIG vallen.
  • Voeg een visueel element toe, zoals een schema of afbeelding die het belang van de wet toont.

Groep 2: Bevoegd vs. Bekwaam
Inhoud:
  • Wat is het verschil tussen bevoegd en bekwaam handelen?
  • Wat betekent dit voor de professionele grenzen van een zorgverlener?
  • Waarom is dit onderscheid belangrijk voor de patiëntveiligheid?
Poster-eisen:

  • Geef duidelijke definities van bevoegdheid en bekwaamheid.
  • Gebruik een praktijkvoorbeeld om het verschil te illustreren.
  • Voeg een illustratie of flowchart toe die de relatie tussen bevoegd en bekwaam handelen laat zien.
Groep 3: Toepassing van de WET-BIG in de praktijk
Inhoud:
  • Geef voorbeelden van situaties die wel of niet volgens de WET-BIG zijn.
  • Leg uit hoe je kunt beoordelen of een handeling binnen de WET-BIG valt.
  • Wat zijn de gevolgen van handelen buiten je bevoegdheid?
Poster-eisen:
  • Gebruik minimaal twee praktijkvoorbeelden (één goed, één fout).
  • Maak een stappenplan of checklist die laat zien hoe je situaties beoordeelt.
  • Voeg een korte casus toe en vraag de klas later of deze binnen de WET-BIG valt.
Groep 4: Verantwoordelijkheden en plichten van zorgverleners
Inhoud:
  • Wat zijn de verantwoordelijkheden en plichten volgens de WET-BIG?
  • Hoe dragen deze bij aan de kwaliteit van zorg?
  • Hoe zorgen deze regels voor patiëntveiligheid?
Poster-eisen:
  • Maak een opsomming van de belangrijkste verantwoordelijkheden en plichten.
  • Gebruik een praktijkvoorbeeld om de invloed op patiëntveiligheid te illustreren.
Groep 1: Wat is de WET-BIG?
Inhoud: Wat houdt de WET-BIG in? Welke beroepen vallen onder deze wet? Waarom is de WET-BIG belangrijk in de zorg?
Poster-eisen: Definieer kort en duidelijk de WET-BIG. Maak een overzichtelijke lijst van beroepen die onder de WET-BIG vallen.
Voeg een visueel element toe, zoals een schema of afbeelding die het belang van de wet toont.

Groep 2: Bevoegd vs. Bekwaam
Inhoud: Wat is het verschil tussen bevoegd en bekwaam handelen? Wat betekent dit voor de professionele grenzen van een zorgverlener? Waarom is dit onderscheid belangrijk voor de patiëntveiligheid?
Poster-eisen: Geef duidelijke definities van bevoegdheid en bekwaamheid. Gebruik een praktijkvoorbeeld om het verschil te illustreren. Voeg een illustratie of flowchart toe die de relatie tussen bevoegd en bekwaam handelen laat zien.



Groep 3: Toepassing van de WET-BIG in de praktijk
Inhoud: Geef voorbeelden van situaties die wel of niet volgens de WET-BIG zijn. Leg uit hoe je kunt beoordelen of een handeling binnen de WET-BIG valt. Wat zijn de gevolgen van handelen buiten je bevoegdheid?
Poster-eisen: Gebruik minimaal twee praktijkvoorbeelden (één goed, één fout). Maak een stappenplan of checklist die laat zien hoe je situaties beoordeelt. Voeg een korte casus toe en vraag de klas later of deze binnen de WET-BIG valt.

Groep 4: Verantwoordelijkheden en plichten van zorgverleners
Inhoud: Wat zijn de verantwoordelijkheden en plichten volgens de WET-BIG? Hoe dragen deze bij aan de kwaliteit van zorg? Hoe zorgen deze regels voor patiëntveiligheid?
Poster-eisen: Maak een opsomming van de belangrijkste verantwoordelijkheden en plichten. Gebruik een praktijkvoorbeeld om de invloed op patiëntveiligheid te illustreren.

Slide 8 - Slide

Lesindeling
  • Tijd: 60 minuten
  • Uitleg opdracht: 10 minuten. Je bent vrij of de studenten zelf groepen maken of de docent groepen maakt. Laat ze eerst een onderwerp kiezen en ga daarna langs de studenten om uit te leggen wat er expliciet van hen verwacht wordt. Het moet interactief zijn! Laat ze ook vragen opstellen.
  • Uitwerken poster: 30 minuten
  • Presentaties: 15 minuten (4 min per groep)
  • Afsluiten 5 minuten

Groepen en deelonderwerpen
Groep 1: Wat is de WET-BIG?
Inhoud:
  • Wat houdt de WET-BIG in?
  • Welke beroepen vallen onder deze wet?
  • Waarom is de WET-BIG belangrijk in de zorg?
Poster-eisen:
  • Definieer kort en duidelijk de WET-BIG.
  • Maak een overzichtelijke lijst van beroepen die onder de WET-BIG vallen.
  • Voeg een visueel element toe, zoals een schema of afbeelding die het belang van de wet toont.

Groep 2: Bevoegd vs. Bekwaam
Inhoud:
  • Wat is het verschil tussen bevoegd en bekwaam handelen?
  • Wat betekent dit voor de professionele grenzen van een zorgverlener?
  • Waarom is dit onderscheid belangrijk voor de patiëntveiligheid?
Poster-eisen:

  • Geef duidelijke definities van bevoegdheid en bekwaamheid.
  • Gebruik een praktijkvoorbeeld om het verschil te illustreren.
  • Voeg een illustratie of flowchart toe die de relatie tussen bevoegd en bekwaam handelen laat zien.
Groep 3: Toepassing van de WET-BIG in de praktijk
Inhoud:
  • Geef voorbeelden van situaties die wel of niet volgens de WET-BIG zijn.
  • Leg uit hoe je kunt beoordelen of een handeling binnen de WET-BIG valt.
  • Wat zijn de gevolgen van handelen buiten je bevoegdheid?
Poster-eisen:
  • Gebruik minimaal twee praktijkvoorbeelden (één goed, één fout).
  • Maak een stappenplan of checklist die laat zien hoe je situaties beoordeelt.
  • Voeg een korte casus toe en vraag de klas later of deze binnen de WET-BIG valt.
Groep 4: Verantwoordelijkheden en plichten van zorgverleners
Inhoud:
  • Wat zijn de verantwoordelijkheden en plichten volgens de WET-BIG?
  • Hoe dragen deze bij aan de kwaliteit van zorg?
  • Hoe zorgen deze regels voor patiëntveiligheid?
Poster-eisen:
  • Maak een opsomming van de belangrijkste verantwoordelijkheden en plichten.
  • Gebruik een praktijkvoorbeeld om de invloed op patiëntveiligheid te illustreren.
Presentatie 

Slide 9 - Slide

Lesindeling
  • Tijd: 60 minuten
  • Uitleg opdracht: 10 minuten. Je bent vrij of de studenten zelf groepen maken of de docent groepen maakt. Laat ze eerst een onderwerp kiezen en ga daarna langs de studenten om uit te leggen wat er expliciet van hen verwacht wordt. Het moet interactief zijn! Laat ze ook vragen opstellen.
  • Uitwerken poster: 30 minuten
  • Presentaties: 15 minuten (4 min per groep)
  • Afsluiten 5 minuten

Groepen en deelonderwerpen
Groep 1: Wat is de WET-BIG?
Inhoud:
  • Wat houdt de WET-BIG in?
  • Welke beroepen vallen onder deze wet?
  • Waarom is de WET-BIG belangrijk in de zorg?
Poster-eisen:
  • Definieer kort en duidelijk de WET-BIG.
  • Maak een overzichtelijke lijst van beroepen die onder de WET-BIG vallen.
  • Voeg een visueel element toe, zoals een schema of afbeelding die het belang van de wet toont.

Groep 2: Bevoegd vs. Bekwaam
Inhoud:
  • Wat is het verschil tussen bevoegd en bekwaam handelen?
  • Wat betekent dit voor de professionele grenzen van een zorgverlener?
  • Waarom is dit onderscheid belangrijk voor de patiëntveiligheid?
Poster-eisen:

  • Geef duidelijke definities van bevoegdheid en bekwaamheid.
  • Gebruik een praktijkvoorbeeld om het verschil te illustreren.
  • Voeg een illustratie of flowchart toe die de relatie tussen bevoegd en bekwaam handelen laat zien.
Groep 3: Toepassing van de WET-BIG in de praktijk
Inhoud:
  • Geef voorbeelden van situaties die wel of niet volgens de WET-BIG zijn.
  • Leg uit hoe je kunt beoordelen of een handeling binnen de WET-BIG valt.
  • Wat zijn de gevolgen van handelen buiten je bevoegdheid?
Poster-eisen:
  • Gebruik minimaal twee praktijkvoorbeelden (één goed, één fout).
  • Maak een stappenplan of checklist die laat zien hoe je situaties beoordeelt.
  • Voeg een korte casus toe en vraag de klas later of deze binnen de WET-BIG valt.
Groep 4: Verantwoordelijkheden en plichten van zorgverleners
Inhoud:
  • Wat zijn de verantwoordelijkheden en plichten volgens de WET-BIG?
  • Hoe dragen deze bij aan de kwaliteit van zorg?
  • Hoe zorgen deze regels voor patiëntveiligheid?
Poster-eisen:
  • Maak een opsomming van de belangrijkste verantwoordelijkheden en plichten.
  • Gebruik een praktijkvoorbeeld om de invloed op patiëntveiligheid te illustreren.
quiz

Slide 10 - Slide

Lesindeling
  • Tijd: 60 minuten
  • Uitleg opdracht: 10 minuten. Je bent vrij of de studenten zelf groepen maken of de docent groepen maakt. Laat ze eerst een onderwerp kiezen en ga daarna langs de studenten om uit te leggen wat er expliciet van hen verwacht wordt. Het moet interactief zijn! Laat ze ook vragen opstellen.
  • Uitwerken poster: 30 minuten
  • Presentaties: 15 minuten (4 min per groep)
  • Afsluiten 5 minuten

Groepen en deelonderwerpen
Groep 1: Wat is de WET-BIG?
Inhoud:
  • Wat houdt de WET-BIG in?
  • Welke beroepen vallen onder deze wet?
  • Waarom is de WET-BIG belangrijk in de zorg?
Poster-eisen:
  • Definieer kort en duidelijk de WET-BIG.
  • Maak een overzichtelijke lijst van beroepen die onder de WET-BIG vallen.
  • Voeg een visueel element toe, zoals een schema of afbeelding die het belang van de wet toont.

Groep 2: Bevoegd vs. Bekwaam
Inhoud:
  • Wat is het verschil tussen bevoegd en bekwaam handelen?
  • Wat betekent dit voor de professionele grenzen van een zorgverlener?
  • Waarom is dit onderscheid belangrijk voor de patiëntveiligheid?
Poster-eisen:

  • Geef duidelijke definities van bevoegdheid en bekwaamheid.
  • Gebruik een praktijkvoorbeeld om het verschil te illustreren.
  • Voeg een illustratie of flowchart toe die de relatie tussen bevoegd en bekwaam handelen laat zien.
Groep 3: Toepassing van de WET-BIG in de praktijk
Inhoud:
  • Geef voorbeelden van situaties die wel of niet volgens de WET-BIG zijn.
  • Leg uit hoe je kunt beoordelen of een handeling binnen de WET-BIG valt.
  • Wat zijn de gevolgen van handelen buiten je bevoegdheid?
Poster-eisen:
  • Gebruik minimaal twee praktijkvoorbeelden (één goed, één fout).
  • Maak een stappenplan of checklist die laat zien hoe je situaties beoordeelt.
  • Voeg een korte casus toe en vraag de klas later of deze binnen de WET-BIG valt.
Groep 4: Verantwoordelijkheden en plichten van zorgverleners
Inhoud:
  • Wat zijn de verantwoordelijkheden en plichten volgens de WET-BIG?
  • Hoe dragen deze bij aan de kwaliteit van zorg?
  • Hoe zorgen deze regels voor patiëntveiligheid?
Poster-eisen:
  • Maak een opsomming van de belangrijkste verantwoordelijkheden en plichten.
  • Gebruik een praktijkvoorbeeld om de invloed op patiëntveiligheid te illustreren.
Welke beroepen bevinden zich in de Wet-BIG?

Slide 11 - Mind map

Tot het geven van injecties zijn bevoegd:
de artsen;
de tandartsen;
de verloskundigen;
de physician assistants;
bij ministeriële regeling aan te wijzen categorieën van verpleegkundigen, behorend tot een wettelijk erkend specialisme, een en ander met inachtneming van de beperkingen, bij de regeling te stellen;
de klinisch technologen,


In de Wet BIG staan veertien voorbehouden handelingen genoemd met de opleiding en achtergrond die de uitvoerder van deze handelingen moet hebben. Bijvoorbeeld tot het geven van injecties.

Doch de onder b, c, d en f genoemde personen uitsluitend voor zover het betreft handelingen, in de aanhef van dit lid bedoeld, die overeenkomstig het bij of krachtens hoofdstuk III bepaalde worden gerekend tot hun gebied van deskundigheid.

Welke risicovolle handelingen denk je dat er zijn?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Het inbrengen van een infuus is een risicovolle handeling en een voorbehouden handeling
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Bedenk voorbeelden van overige handelingen

Slide 14 - Open question

Nader uitleg: Het opvangen van urine is op zich geen risicovolle handeling. Maar als je per ongeluk de sticker van een andere zorgvrager op het buisje plakt, is dit erg vervelend voor de zorgvrager.
Welke afspraken gelden er voor jou als student als het gaat om bekwaam en onbekwaam?

Slide 15 - Open question

Als je stage gaat lopen in een zorgorganisatie, is het van belang dat je de regels kent over aanleren van verpleegtechnische handelingen, waaronder de voorbehouden handelingen. Je voert een handeling eerst uit onder begeleiding van een verpleegkundig werkbegeleider. Vervolgens oefen je enkele keren de handeling onder toezicht en ten slotte mag je de handeling zelfstandig uitvoeren.
Als je eenmaal een handeling zelfstandig mag uitvoeren, blijft de regel van bekwaamheid altijd gelden. Als je niet bekwaam bent om een handeling uit te voeren, ben je ook niet bevoegd om de handeling uit te voeren.

Let op!
Niet bekwaam betekent dus: niet bevoegd!

Dit betekent dat als je nog geen toets over het toedienen van medicijnen met voldoende resultaat hebt afgelegd, je de handeling niet mag uitvoeren. Dit moet je tegen jouw werkbegeleider zeggen. Voer je deze handeling toch uit en ontstaat er schade bij de zorgvrager, dan ben je aansprakelijk. De zorgvrager of diens naaste kan een klacht indienen bij de klachtencommissie van de organisatie of bij de strafrechter.
Casus
Ben je nu wel bekwaam of niet?
Je bent tweedejaars student verpleegkunde en je bent volop aan het oefenen in het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen. Vandaag is het erg druk op de afdeling. Jouw werkbegeleider vraagt of je bij meneer Veraa een vitamine B-injectie intramusculair toe wilt dienen. Jij geeft aan dat je die handeling wel een keer onder begeleiding hebt geoefend, maar dat je dat nog niet zelfstandig mag doen. De werkbegeleider geeft als antwoord: 'Dat heb jij vorige keer netjes gedaan, dus dat mag je van mij wel doen'. Enthousiast over het vertrouwen dat de werkbegeleider hiermee naar jou uitspreekt, ga je de injectie voorbereiden. Dan komt een andere student binnen en vraagt jou waarom jij deze injectie gaat geven. Jij antwoordt: 'Ik mag dat doen want mijn begeleider zei dat ik bekwaam ben'. Maar terwijl je dat zegt, begin je toch te twijfelen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Voorbereidende opdrachten
Maak op Thiemen Meulenhoff de volgende opdrachten vóór de volgende les:
Thiemen Meulenhoff -> Verpleegtechnische handeling
Module 1: Voorbehouden handelingen
Kopje 1: Voorbehouden handelingen
&
Module 8: Venapunctie en infuus
Kopje 2: Vloeistoffen toedienen via een perifeer infuus

Opdrachten: Verwerkingsopdrachten en "begrijp je de theorie"?
Weet je nog 75%? Iedereen in een groep op Thiemen Meulenhoff?

Slide 17 - Slide

De studenten dienen iedere week een oefentoets van Thiemen Meulenhoff te maken, zie dia huiswerk. De student moet minimaal 75% behalen.
Om dit te controleren dien je een groep aan te maken in Thiemen Meulenhoff. Deel de code met je studenten waardoor er overzicht ontstaat.
Mochten de studenten de oefentoets van week 1 en 2 beide met 75% behaald hebben, hoeven ze de oefentoets van week 3 (perifeer infuus deel 2) niet te doen. Als studenten voorlopen op de leerstof, laat ze dan op Thiemen Meulenhoff de zelftoets maken.
Wanneer studenten de 75% niet halen, dienen een verdiepende opdracht te maken en in te leveren op it's-learning.
Controleer dit iedere week vóór de les.

Volgende week
Perifeer infuus (voorbereiden en inbrengen)

Slide 18 - Slide

Naast risicovolle en voorbehouden handelingen zijn er overige handelingen die minder risicovol zijn. Deze handelingen vormen niet direct een risico van schade voor de zorgvrager. Het is wel belangrijk om bij elke handeling het protocol te volgen en de handeling deskundig en zorgvuldig uit te voeren. Daarnaast wordt van je gevraagd om altijd zelf na te denken over de toepassing van een handeling bij die specifieke zorgvrager. Er kan altijd een situatie ontstaan waarbij een handeling verkeerd uitpakt of toch risicovol wordt. Je moet dan weten wat je moet doen om de nadelige gevolgen zo klein mogelijk te houden.