KT2 - DA1V - module 3 - les 3 - week 14

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Kerntaak 2 

BBL DA1 - 2024-2025

Visustest

Programma

• Visustest + instrumenten oogheelkunde 
• Opdrachten + medilect

Lesdoelen

Aan het eind van de les kan je:

• Benoemen wat de instrumenten oogheelkunde zijn en het doel/gebruik
• Verklaren hoe de visustest wordt uitgevoerd 

Visustest

• Bepalen van de gezichtsscherpte
• Occlusiebril of Leidse afdekbril 

Op welke werkplekken doe je als DA een visustest?

JGZ, arbodienst, HA, poli oogheelkunde/kindergeeskunde, defensie, keuring voor bepaalde beroepsgroepen, rijbewijskeuring

Visuskaarten

• Landolt- C kaart
• Amsterdamse plaatjeskaart (APK) 
• APK-TOV
• Letterkaart volgens Snellen
• Universeelkaart
• Spiegelkaart

Wanneer doe je een visustest?

Hoe noteer je dat de patiënt een bril op had tijdens het visusonderzoek?

1. so
2. sc
3. cc

Hoe noteer je de uitslag van het rechteroog?

1. VOD
2. VOS
3. VODS

Hoe noteer je dat de patiënt een bril op had tijdens het visusonderzoek?

1. so
2. sc
3. cc
4. dc

Welk optotypen wordt hier afgebeeld?

1. Snellen kaart
2. Landolt C - ringen
3. E - haken
4. LEA symbols

Welk optotypen wordt hier afgebeeld?

1. E-haken
2. Goldman
3. Landolt-ringen
4. Snellen

Welk optotypen is hier afgebeeld?

1. Snellen
2. Landolt-ringen
3. E-haken
4. Goldman

Ooginstrumenten memorie

Werktijd

Studenten werken in tweetallen;

Knip de plaatjes en tekst uit;

Speel een potje memorie;

Wissel na het potje met een andere student.

Hulpmiddelen visustest (1)

• Stenopeïsche opening

Hulpmiddelen visustest (2)

Diagnostisch refractioneren

Hulpmiddelen visustest (3)

Polaroidtest

Bij de polaroidtest wordt gebruikgemaakt van polaroidfilters. Dit zijn filters die het licht maar in één richting doorlaten. Het kind kijkt door een bril met polaroidfilters naar een lichtkastje waarop plaatjes op polaroidfilters boven elkaar zijn aangebracht. Het bovenste plaatje komt wat betreft filterrichting overeen met het rechterfilter in de bril, het linkerfilter op dezelfde manier met het onderste plaatje. Het komt er dus op neer dat het kind met ieder oog afzonderlijk slechts naar één plaatje kan kijken (zie fig.  5.58). Als een van de plaatjes niet gezien wordt, betekent dat meteen dat een van beide ogen niet goed kan waarnemen. Het onderzoek wordt vooral gebruikt in de jeugdgezondheidszorg om amblyopie op zo jong mogelijke leeftijd aan te tonen. Amblyopie is een lui oog als gevolg van scheelstand van de ogen.

Instrumenten oogheelkunde

1. Oftalmoscoop / fundoscoop
2. Oogmagneet
3. Ooglidhouder
4. Ooggutsje, oogbeiteltje, oogboortje
5. Chalazionklem
6. Ooglensje 

Aan de slag

1. . Medilect visustest
   
2. . Opdracht visuskaart
   
3. Opdracht oogheelkunde

Huiswerk

1. Opdrachten deze week af
2. H5.27 Visustest
   
3. H3.8 Instrumenten oogheelkunde