check bezittelijke vnw. , kloktijden en uitleg rangtelwoorden
Willkommen in dieser Stunde.
Na dit uur weet je of je de bezittelijke voornaamwoorden en de kloktijden al beheerst.Je krijgt in deze les als extraatje ook uitleg over de rangtelwoorden. (eerste, tweede etc.)
De rangtelwoorden moet je in je opdrachten ook gaan gebruiken
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Willkommen in dieser Stunde.
Na dit uur weet je of je de bezittelijke voornaamwoorden en de kloktijden al beheerst.Je krijgt in deze les als extraatje ook uitleg over de rangtelwoorden. (eerste, tweede etc.)
De rangtelwoorden moet je in je opdrachten ook gaan gebruiken
Slide 1 - Slide
timer
0:30
Wat zijn de 8 bezittelijke voornaamwoorden in het Duits?
Slide 2 - Mind map
Had jij ze allemaal?
bestudeer ze nu even goed voor de volgende opdracht:
mijn - mein
jouw - dein
haar - ihr
zijn - sein
ons\onze - unser
jullie - euer
hun - ihr
uw - Ihr
timer
1:00
Slide 3 - Slide
mijn
jouw
zijn
haar
ons/onze
hun
uw
jullie
mein (e)
dein (e)
sein (e)
ihr (e)
ihr (e)
unser (e)
Ihr (e)
euer
eure
Slide 4 - Drag question
Hoe zat het ook al weer met de kloktijden?
Slide 5 - Slide
Hoe zeg je in het Duits:
Het is kwart over twaalf
A
Es ist zwölf Uhr
B
Es ist halb zwölf
C
Es ist Viertel nach zwölf
D
Es ist Viertel vor zwölf
Slide 6 - Quiz
Hoe zeg je in het Duits:
Het is half zes?
A
Es ist Viertel vor sechs
B
Es ist Viertel nach sechs
C
Es ist halb fünf
D
Es ist halb sechs
Slide 7 - Quiz
Hoe zeg je in het Duits:
Het is kwart voor drie
A
Es ist Viertel vor drei
B
Es ist drei Uhr
C
Es ist vierzehn nach drei
D
Es ist viertel vor drei
Slide 8 - Quiz
Hoe zeg je in het Duits:
Het is twee uur?
A
Es ist zwei Stunden
B
Es ist zwei Uhr
C
Es ist halb zwei
D
Es ist viertel nach zwei
Slide 9 - Quiz
Hoe zeg je in het Duits:
Het is één uur?
A
Es ist eine Stunde
B
Es ist eins Uhr
C
Es ist ein Uhr
D
Es ist viertel nach eins
Slide 10 - Quiz
Nog niet alles goed?
Kijk dan in je boek nog eens op blz. 94
Kijk vooral wat je zelf moest opschrijven over:
Het is 1 uur.
Slide 11 - Slide
Kunnen jullie...
nog steeds tellen in het Duits?
Dit heb je nodig, vandaag gaan we een stapje verder.
Als je wil zeggen op welk uur je een vak hebt, gebruik je hiervoor de rangtelwoorden.
Slide 12 - Slide
rangtelwoorden
Rangtelwoorden zijn in het Nederlands bijvoorbeeld