Week 9

Nederlands
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

Planning week 9
Les 1: Klassikaal lezen
Les 2: Lezen KGT blok 3
Les 3: Lezen
Les 4: Lezen KGT blok 4
Les 5: Nieuwsbegrip tekst
Les 6: Nieuwsbegrip online

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van deze week:
kun je uitleggende teksten herkennen;
zie je het verschil tussen hoofd- en bijzaken in een tekst;
kun je een korte samenvatting van een tekst maken.
herken je overtuigende teksten;
kun je feiten en meningen onderscheiden;
kun je uitleggen of je het met een schrijver eens bent;
ken je manieren voor een inleiding en een slot.














Slide 3 - Slide

Les 1

Klassikaal lezen

Slide 4 - Slide

Les 2 
Op niveau KGT blok 3
Zoek een informerende en uitleggende tekst op

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Instructies
Veel uitleggende teksten zijn instructies. Een instructie is een uitleg over hoe je iets moet doen, zoals een recept of een knutseluitleg.
Instructies hebben een of meer van deze kenmerken:
- uitleg in stappen, vaak met nummers, streepjes of bolletjes;
- in de stappen staan volgordewoorden: eerst, daarna, ten slotte;
- elke stap begint met een werkwoord;
- afbeeldingen maken de stappen duidelijk;




Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Aan de slag
Maak een google document aan
Noem deze: tekstsoorten
Zoek twee teksten op: een uitleggende tekst en een informerende tekst. Deze plak je in het document

Slide 9 - Slide

Tekst 1: Informerende tekst

1. Wat is de tekst vorm?
2. Wat is het onderwerp van de tekst?
3. Wat is het tekst doel?
4. Uit hoeveel alinea's bestaat de tekst?

Tekst 2: Uitleggende tekst

1. Wat is de tekst vorm?
2. Wat is het onderwerp van de tekst?
3. Wat is het tekst doel?
4. Uit hoeveel alinea's bestaat de tekst?
5. Welke kenmerken van een instructie herken je?



Slide 10 - Slide

Les 3
Lezen

Slide 11 - Slide

Les 4
Lezen blok 4 KGT
Opdracht 4.15 


Slide 12 - Slide

Overtuigende teksten

Slide 13 - Slide

Feiten en meningen

Slide 14 - Slide

Een gebruiksaanwijzing is een voorbeeld van een overtuigende tekst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

In een overtuigende tekst wil de schrijver laten zien dat zijn mening goed is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Een feit is iets waar je het wel of niet mee eens bent.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 17 - Quiz

Een feit is iets wat je kunt controleren of opzoeken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Een mening is persoonlijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Een feit is subjectief.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Aan de slag
Je krijgt van je docent de tekst: Ben ik gevaarlijk met mijn telefoon op de fiets?

Pak twee kleuren markeerstiften/potloden
Zoek de feiten en meningen op in de tekst
timer
10:00

Slide 21 - Slide

Uit welke drie onderdelen bestaat een tekst?

Slide 22 - Open question

Inleiding
De inleiding is bedoeld om de lezer nieuwsgierig te maken. Dat kan de schrijver op verschillende manieren doen:

  • het onderwerp van de tekst noemen;
  • een belangrijke vraag over het onderwerp stellen;
  • een herkenbaar, opvallend of grappig verhaaltje vertellen.


Slide 23 - Slide

Slot
Het slot is bedoeld om de tekst af te sluiten. Ook daar zijn verschillende manieren voor:

  • een korte samenvatting van de tekst geven;
  • een conclusie trekken: de schrijver geeft een eindoordeel (vaak te herkennen aan het woord dus);
  • en advies geven of een oproep doen aan de lezer.


Slide 24 - Slide

Aan de slag
Op niveau
KGT Blok 4
4.17 Opdracht 4.1 t/m 5.2

Maak je alleen de basis toets, dan ga je bijspijkeren in op niveau.
Klaar? bijspijkeren of nieuwsbegrip onlien


Slide 25 - Slide

Les 5
Nieuwsbegrip tekst

Slide 26 - Slide

Les 6

Nieuwsbegrip online

Slide 27 - Slide