VPRO periode 3 - week 2 H20 H21

VPRO periode 3 - week 2
1 / 42
next
Slide 1: Slide
VPROMBOStudiejaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

VPRO periode 3 - week 2

Slide 1 - Slide

Lesinhoud les 1
- Studiewijzer bespreken
- Instructie H20



Trigger: les gaat over geweld in thuissituaties - vind je het lastig? Geef het aan of neem even een moment voor jezelf.

Slide 2 - Slide

Welke vormen van geweld zijn er?

Slide 3 - Open question

Wat betekent huiselijk geweld?

Slide 4 - Open question

Wat is vrouwenopvang
Vrouwenopvang is bedoeld voor vrouwen en hun kinderen die structureel slachtoffer zijn van huiselijk geweld, eergerelateerd geweld, mensenhandel en/of loverboys.

Taak van vrouwenopvang is opvang, bescherming en begeleiding te bieden voor slachtoffers

Ook ambulante begeleiding mogelijk

Slide 5 - Slide

Huiselijk geweld wordt aangepakt vanuit ketenzorg, wat wordt hiermee bedoeld?

Slide 6 - Open question

Wat is vrouwenopvang
Ketenzorg is hulp vanuit meerdere disciplines die met elkaar samenwerken

De politie, het Openbaar Ministerie, de reclassering, de kinderbescherming, de vrouwenopvang en andere hulpverleningsinstanties werken met elkaar samen.

Het uitgangspunt voor de hulp die de cliënt krijgt, is dat de hulp zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig moet zijn. Het doel van de opvang is het versterken van de eigen kracht van slachtoffers en het gezinssysteem.

Slide 7 - Slide

Huiselijk geweld
= geweld dat wordt gepleegd door iemand uit de huiselijke kring. Vaak gaat het om de (ex-)partner en/of de kinderen. Het kan gaan om psychisch geweld, fysiek geweld en/of seksueel geweld.

Komt vaak niet of niet direct aan het licht, waardoor komt dat?

Slide 8 - Slide

Huiselijk geweld
Schattig - 45% van de Nederlanders is ooit slachtoffer geweest van een vorm van huiselijk geweld. In de meeste gevallen gaat het om ernstig lichamelijk geweld (75%).

In Nederland naar schatting elk jaar ongeveer 200.000 mensen het slachtoffer: 60% van hen is vrouw en 40% is man. Er is daarbij niet altijd sprake van een duidelijke scheiding tussen de slachtofferrol en daderrol. Ruim een derde van de slachtoffers geeft aan dat ze naast slachtoffer ook dader zijn. De daders van huiselijk geweld zijn meestal mannen 87%.


Slide 9 - Slide

Vormen van huiselijk geweld
  • Kindermishandeling is elke vorm van mishandeling (lichamelijk, psychisch of seksueel) tegen een minderjarige die bedreigend is en schade aanricht of kan aanrichten. Denk aan lichamelijke mishandeling, verwaarlozing of seksueel misbruik van een kind. De dader is vaak een ouder of verzorger, maar ook andere volwassenen kunnen de dader zijn.
  • Ouderenmishandeling is elke vorm van lichamelijke en psychische mishandeling, verwaarlozing of financiële uitbuiting van ouderen. De dader is vaak een (volwassen) kind of verzorger van wie de oudere afhankelijk is.
  • Eergerelateerd geweld is geestelijk of lichamelijk geweld om de geschonden eer van de familie te herstellen. Het gaat bijvoorbeeld om het bedreigen of mishandelen van een meisje of jonge vrouw omdat zij zich verzet tegen een gedwongen huwelijk.
  • Partnergeweld en ex-partnergeweld is elke vorm van mishandeling (lichamelijke, psychische of seksueel)tussen partners, respectievelijk (ex-)partners. In de meeste gevallen is de vrouw het slachtoffer, maar ook mannen kunnen slachtoffer zijn. Er kan ook sprake zijn van wederzijds geweld. Beide partners zijn dan zowel slachtoffer als dader tegelijk. Bij huiselijk geweld tussen ex-partners is er vaak sprake van stalken.


Slide 10 - Slide

Mensenhandel & loverboys
Mensenhandel is het werven, vervoeren, overbrengen, opnemen of huisvesten van een persoon, met gebruik van dwang (in brede zin) en met het doel die persoon uit te buiten. Een voorbeeld van mensenhandel is gedwongen prostitutie of onder dwang arbeid verrichten zonder dat je daarvoor krijgt betaald. Loverboys zijn een vorm van mensenhandel.



Slachtoffers van mensenhandel kunnen in de vrouwenopvang terecht als ze meerderjarig zijn en de Nederlandse identiteit hebben. Ook moeten ze aangifte hebben gedaan van mensenhandel. Minderjarige slachtoffers van mensenhandel of slachtoffers zonder Nederlandse identiteit worden opgevangen in de categorale opvang voor slachtoffers mensenhandel (COSM).

Slide 11 - Slide

Wie zouden een risicogroep zijn voor huiselijk geweld?

Slide 12 - Open question

Risicogroepen
Vooral vrouwen die financieel afhankelijk zijn van hun man en in een sociaal geïsoleerde omgeving leven, lopen het risico om slachtoffer te worden. Bij de meeste slachtoffers van huiselijk geweld zijn er meer problemen, zoals schulden en verslaving.

  • Huwelijksmigranten die naar Nederland worden gehaald om hier te trouwen. Ze spreken de taal niet, kennen de cultuur niet en soms kennen ze zelfs hun (aanstaande) man niet.
  • Vrouwen die in het kader van gezinshereniging naar Nederland komen.
  • Vrouwen die illegaal in Nederland verblijven.
  • Vrouwen die te maken hebben gehad met loverboypraktijken of prostitutie.
  • Vrouwen die onder druk (van familie) trouwen met een man die lichamelijk of verstandelijk beperkt is of psychiatrische problemen heeft.
  • Vrouwen die bij hun schoonfamilie inwonen.





Slide 13 - Slide

Hoe zou je huiselijk geweld kunnen herkennen?

Slide 14 - Open question

Signalen
Slachtoffers van huiselijk geweld verbergen dit vaak voor de buitenwereld of ze worden door hun partner voor de buitenwereld verborgen gehouden. Een van de belangrijkste signalen is dan ook dat het slachtoffer vaak afwezig is. Een vrouw komt bijvoorbeeld niet op de school van haar kinderen, ze gaat niet naar het consultatiebureau en laat zich zelden buiten zien.


Signalen van huiselijk geweld tegen vrouwen en/of kinderen zijn:
  • De vrouw komt zelden buiten.
  • De vrouw oogt angstig en vermijdt contact.
  • De partner van de vrouw voert altijd het woord.
  • De kinderen nemen nooit vriendjes of klasgenoten mee naar huis.
  • De kinderen zien er onverzorgd uit, lijken angstig en vermijden contact.
  • De ramen zijn altijd afgeschermd, zodat je niet naar binnen kunt kijken.






Slide 15 - Slide

Wat moet je doen bij het vermoeden van huiselijk geweld?

Slide 16 - Open question

Meldcode
Wet 'verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling': Deze wet bevat afspraken over de handelwijze van professionals als zij een signaal krijgen van huiselijk geweld of kindermishandeling.

Meldcode bestaat uit minimaal de volgende 5 stappen:
  1. In kaart brengen van signalen.
  2. Overleggen met een collega of een deskundige op het gebied van letselduiding. Eventueel het raadplegen van Veilig thuis: het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling.
  3. Gesprek met de betrokkene(n).
  4. Het wegen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling en bij twijfel altijd Veilig thuis raadplegen.
  5. Beslissen over zelf hulp organiseren of melden.

Slide 17 - Slide

Welke competenties moet je bezitten als je wil werken in de vrouwenopvang?

Slide 18 - Open question

Competenties
  • Samenwerken en overleggen
  • Formuleren en rapporteren
  • Analyseren
  • Begeleiden
  • Ethisch en integer handelen
  • Omgaan met verandering en aanpassen
  • Aandacht en begrip tonen
  • Relaties bouwen en netwerken
  • Op behoeften en verwachtingen van de cliënt richten
  • Plannen en organiseren

Slide 19 - Slide

Zelfstandig werken
Alle opdrachten H7.20 maken

Morgen verder met H7.21 (hoe bied je hulp in de vrouwenopvang) + kijken documentaire

Slide 20 - Slide

VPRO periode 3 - week 2

Slide 21 - Slide

Lesinhoud les 2
- Terugblik H20
- Instructie H21
- Documentaire kijken
- Zelfstandig werken

Slide 22 - Slide

Terugblik
Wat is blijven hangen van de les van gisteren?

Zijn er nog vragen naar aanleiding van die les?

Slide 23 - Slide

Onderwerpen H7.21
  • vrouwen aanmelden bij de vrouwenopvang;
  • hulp bij mensen thuis;
  • noodbed;
  • crisisopvang;
  • intensieve zorg;
  • werken aan kracht;
  • werken aan de zeven leefgebieden;
  • evalueren;
  • na de vrouwenopvang.








Slide 24 - Slide

Een vrouw kan een gedwongen opname in een vrouwenopvang krijgen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Hoe komt een vrouw in beeld bij een vrouwenopvang?

Slide 26 - Open question

Aanmelden bij de vrouwenopvang
Dit gebeurt door de vrouw zelf, zij neemt contact op met de vrouwenopvang.

Vaak gebeurt dit op advies van bijvoorbeeld huisarts, politie, familie, buren of een medewerker van het wijkteam.

Mensen in de omgeving kunnen contact opnemen met een vrouwenopvang om advies in te winnen. Zolang de vrouw zelf geen contact opneemt, zal de vrouwenopvang ook geen contact opnemen.

In enkele gevallen wel gedwongen, alleen situatie waarin kinderen betrokken zijn en bij dreigende uitzetting ouderlijke macht.

Slide 27 - Slide

Wijkteam
Een wijkteam ziet vaak als eerste dat er in een gezin risico is op huiselijk geweld.

Een wijkteam kan in overleg met een cliënt de vrouwenopvang inschakelen. Hoe eerder er hulp komt, hoe beter. Het wijkteam probeert de hulp daarom in een zo vroeg mogelijk stadium op gang te brengen. Het liefst nog voordat de situatie escaleert. De cliënt hoeft dan niet naar de opvang, maar kan via de vrouwenopvangorganisatie hulp krijgen bij haar thuis.


Slide 28 - Slide

Wat is belangrijke informatie om bij een intake voor de vrouwenopvang te weten?

Slide 29 - Open question

Intake
  1. Veiligheidssituatie
  2. Geweldsproblematiek
  3. Onderliggende problematiek
  4. Hulpvraag op alle levensgebieden
  5. Situatie rond de kinderen
  6. Ouderschap en opvoeding

Slide 30 - Slide

Startfase
  1. Hulp bij cliënten thuis. De vrouwenopvang komt al bij de cliënt thuis voordat de situatie escaleert en het slachtoffer voor haar veiligheid het huis uit moet.
  2. Noodbed. Er is acuut gevaar. De cliënt verlaat onmiddellijk haar huis en mag het noodbed gebruiken in de vrouwenopvang (maximaal 3 dagen) - vrouwen komen vaak via de politie in een noodbed terecht.
  3. Crisisopvang. De cliënt mag naar aanleiding van de intake naar de crisisopvang komen. In deze eerste periode van de vrouwenopvang werkt de cliënt aan een plan om weer uit haar crisissituatie te komen (6 - 8 weken).

Slide 31 - Slide

Hoe zou de begeleiding in een vrouwenopvang eruit zien?

Slide 32 - Open question

Begeleiding
Verschillende hulpverleners:
  • een kinderhulpverlener voor de kinderen;
  • een casemanager die de cliënt begeleidt gedurende de crisisopvangperiode;
  • een materiële dienstverlener voor de juridisch organisatorische zaken.

Groepsaanbod:
  • Oudergroep
  • Groepstraining Bijzonder Geweldig
  • Crisiskit
  • Weerbaarheidsgroep





Slide 33 - Slide

Planningsfase
Werken aan een actieplan om weer uit de crisis te komen.

Onderdelen uit een actieplan:
  • Kinderen weer naar school (liefst binnen één week)
  • Omgeving inlichten
  • Systeembenadering

Slide 34 - Slide

Uitvoeringsfase
Na de eerste periode van crisisopvang zijn er twee mogelijkheden:

  • de cliënt gaat (terug) naar een woning;
  • de cliënt krijgt intensieve 24-uurszorg (6 - 8 maanden).

Slide 35 - Slide

Wie kent de begeleidingsmethodiek 'Krachtwerk'? Wat zou hier de inhoud van zijn?

Slide 36 - Open question

Krachtwerk
  1. Cliënten hebben het vermogen te herstellen, hun leven weer op te pakken en te veranderen
  2. Focus op (individuele) krachten en niet op tekortkomingen
  3. De cliënt heeft de regie over de begeleiding
  4. De (werk)relatie tussen cliënten en hulpverleners komt op de eerste plaats
  5. Werken in de natuurlijke omgeving
  6. De samenleving is een oase van hulpbronnen

Voor kinderen is er 'Veerkracht': werkt ook vanuit de systeemgerichte visie. Samen met de ouders wordt er gewerkt aan een veiligheidsplan en een positief leefklimaat.

Slide 37 - Slide

Wat zijn de zeven leefgebieden ook alweer waar begeleiding zich op richt?

Slide 38 - Open question

Leefgebieden + evaluatie
  1. Zingeving
  2. Wonen
  3. Financiën
  4. Sociale relaties
  5. Lichamelijke gezondheid
  6. Psychische gezondheid
  7. Werk en activiteiten

Welke hulpvraag zou je kunnen bedenken per leefgebied voor een cliënt in de vrouwenopvang?
Evaluatie steeds terugkerend

Slide 39 - Slide

Na de vrouwenopvang (uitstroomfase)
  1. Terug naar huis
  2. Naar een andere woning
  3. Ambulante woonbegeleiding
  4. Begeleid wonen
  5. Overdragen aan een ketenpartner

Slide 40 - Slide

Documentaire
We bekijken de documentaire en bespreken straks na wat we herkennen vanuit de theorie

https://npo.nl/npo3/holland-doc/12-02-2009/POW_00159197

Slide 41 - Slide

Zelfstandig werken
Alle opdrachten H7.21 maken


Slide 42 - Slide