Hoe is de islam ontstaan?

Hoe is de islam ontstaan?

Leerdoel

Aan het einde van de les kunnen jullie uitleggen hoe de islam is ontstaan.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen weten en kunnen.

Wat weet je al over de geschiedenis van de islam?

Ontstaan van de islam

De islam is ontstaan in de 7e eeuw in Mekka, een stad in het huidige Saoedi-Arabië.

Vertel de leerlingen kort over het ontstaan van de islam en waar het is ontstaan.

Profeet Mohammed

De profeet Mohammed ontving de eerste openbaringen van de Koran en begon de islam te verkondigen aan zijn volgers.

Leg uit wie profeet Mohammed was en wat zijn rol was in het ontstaan van de islam.

De vijf zuilen van de islam

De vijf zuilen zijn de basisprincipes van de islam. Het zijn de geloofsbelijdenis, het gebed, de armenbelasting, het vasten en de pelgrimstocht naar Mekka.

Vertel de leerlingen over de vijf zuilen van de islam en wat deze inhouden.

Uitbreiding van de islam

De islam verspreidde zich snel over het Arabische schiereiland en later ook over andere delen van de wereld, zoals Noord-Afrika en Spanje.

Leg uit hoe de islam zich heeft verspreid over de wereld en welke invloed dit heeft gehad.

Soennieten en sjiieten

Na de dood van Mohammed ontstond er een conflict over wie zijn opvolger moest worden. Dit leidde tot een splitsing in de islam tussen soennieten en sjiieten.

Vertel de leerlingen over de splitsing tussen soennieten en sjiieten en waarom deze is ontstaan.

Islamitische cultuur

De islam heeft een grote invloed gehad op de cultuur van de landen waar het zich heeft verspreid, zoals de architectuur, kunst, literatuur en wetenschap.

Leg uit welke invloed de islam heeft gehad op de cultuur van verschillende landen.

Belang van de islam

De islam is een belangrijke religie met meer dan een miljard volgers over de hele wereld.

Vertel de leerlingen over het belang van de islam als een van de grootste religies ter wereld.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.