M3d H3: De bank en jouw geld - Les 1

Economie m3
Hoofdstuk 3 - De bank en jouw geld
Docent: Furkan Ipekci
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Economie m3
Hoofdstuk 3 - De bank en jouw geld
Docent: Furkan Ipekci

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Na deze les kan ik..
..de enkelvoudige rente berekenen;
..de samengestelde rente berekenen;
..weet ik wat een krediet is;
..kan ik de kredietkosten berekenen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Vragen bespreken
Vraag 1
Als je geld spaart, leen je geld uit aan de bank / van de bank. Je ontvangt dan aandelen / rente.

Slide 4 - Slide

Vragen bespreken
Vraag 2
Hoe langer de leen periode, hoe hoger/lager de rente.

Slide 5 - Slide

Vragen bespreken
Vraag 3
Waarvoor wordt er een marge opgebouwd met rente inkomsten van de bank?

Slide 6 - Slide

Vragen bespreken
Vraag 4
Hypotheekrenten hebben meestal een vast rente. Noem nog een kenmerk van een hypotheekrente.

Slide 7 - Slide

Enkelvoudige rente
Enkelvoudige rente = rentepercentage* × spaarbedrag × jaren
*Rentepercentage in een factor

Spaarbedrag: €1.650,-
Rentepercentage: 2,4%

a. Bereken de rente na 1 jaar.
b. Bereken de rente na 5 jaar.

Slide 8 - Slide

Samengestelde rente
Samengestelde rente = rentepercent. × (spaarbedrag + bijgeschreven rente)

Spaarbedrag: €500,-
Rentepercentage: 4%
a. Bereken de rente over jaar 1
b. Bereken wat je op je bank hebt na jaar 1
c. Bereken de rente over jaar 2
d. Bereken wat je op je bank hebt na jaar 2


Bereken de rente over jaar 1
Bereken wat je op je bank hebt na jaar 1

Slide 9 - Slide

Krediet


Termijnbedrag/termijn?
Looptijd?

Slide 10 - Slide

Kredietkosten
Kredietkosten = (aantal termijnen × termijnbedrag) - lening

Maandtermijn die je betaalt, bestaat uit rente en aflossing. Deze rente noem je ook wel kredietkosten.

Slide 11 - Slide

Je leent €4.000,- en betaalt maandelijks €130,- Lening loopt 3 jaar.
Bereken de kredietkosten.

Slide 12 - Open question

Spaargeld = €500,-
Rentepercentage = 1,4%
Bereken de rente na een jaar (EV).
A
€0,70
B
€7,-
C
€700,-
D
€70,-

Slide 13 - Quiz

Einde van mijn deelles

Slide 14 - Slide