Formeel en informeel taalgebruik

Formeel en informeel taalgebruik
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Formeel en informeel taalgebruik

Slide 1 - Slide

Doel:
Aan het eind van de les weet je het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wanneer gebruik jij informele taal?

Slide 4 - Mind map

Wanneer gebruik jij formele taal?

Slide 5 - Mind map


A
Formeel
B
Informeel

Slide 6 - Quiz

Hoogachtend,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 7 - Quiz

Groetjes,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 8 - Quiz

Doei!
A
formeel
B
informeel

Slide 9 - Quiz

je/ jouw
A
formeel
B
informeel

Slide 10 - Quiz

Hoi!
A
Formeel
B
Informeel

Slide 11 - Quiz

Geachte heer De Wit,
A
informeel
B
formeel

Slide 12 - Quiz

u/ uw
A
informeel
B
formeel

Slide 13 - Quiz

Met vriendelijke groet,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 14 - Quiz

Maak van de elke zin een formele zin:
Geef me even je naam en nummer

Slide 15 - Open question

Maak van de elke zin een formele zin:
Doeiiiiii! groetjes anna

Slide 16 - Open question

Maak van de elke zin een formele zin:
Hoe vaak moet ik dit nou nog zeggen! Ga zitten!

Slide 17 - Open question

Maak van de elke zin een informele zin:

Wij eisen dat u tijdens uw werk speciale schoenen draagt.

Slide 18 - Open question

Maak van de elke zin een informele zin:

Tot onze spijt moet ik u mededelen dat u niet bent aangenomen.

Slide 19 - Open question

Maak van de elke zin een informele zin:

Ik zou het op prijs stellen als u uw jas en tas bij de balie van het natuurmuseum inlevert.

Slide 20 - Open question

Doel:
Aan het eind van de les weet je het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik. 

Slide 21 - Slide

Wat is het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik?

Slide 22 - Open question