mon 05/06,Lesson 60, People and stories: SCHOOL
Lesson 60
How to find the minor character in a story
Doel:
je leert hoe je de bijfiguren in een verhaal herkent
-Spelen ook een belangrijke rol in het verhaal
-Hebben vaak invloed op de hoofdpersoon
-Je komt minder te weten over de bijfiguren dan de hoofdpersoon
- Bijvoorbeeld: familieleden, vrienden, klasgenoten, leraren, andere mensen die de hoofdpersoon tegenkomt
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
This lesson contains 15 slides, with text slides.
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Lesson 60
How to find the minor character in a story
Doel:
je leert hoe je de bijfiguren in een verhaal herkent
-Spelen ook een belangrijke rol in het verhaal
-Hebben vaak invloed op de hoofdpersoon
-Je komt minder te weten over de bijfiguren dan de hoofdpersoon
- Bijvoorbeeld: familieleden, vrienden, klasgenoten, leraren, andere mensen die de hoofdpersoon tegenkomt
Slide 1 - Slide
Lesson 60
How to find the minor character in a story
page 74
exercises 1-6
Je leert hoe je de bijfiguren in een verhaal herkent
-Spelen ook een belangrijke rol in het verhaal
-Hebben vaak invloed op de hoofdpersoon
-Je komt minder te weten over de bijfiguren dan de hoofdpersoon
- Bijvoorbeeld: familieleden, vrienden, klasgenoten, leraren, andere mensen die de hoofdpersoon tegenkomt
timer
6:00
Slide 2 - Slide
1
Slide 3 - Slide
2
De leraar.
Slide 4 - Slide
3
De gebeurtenis in de strip draait om hem.
Slide 5 - Slide
4
De hoofdpersoon is veel groter afgebeeld dan de kinderen.
Slide 6 - Slide
6
Een verhaal kan meerdere bijfiguren hebben.
Bijfiguren zijn wel belangrijk in een verhaal.
Over bijfiguren kom je minder te weten dan over de hoofdpersoon.
Slide 7 - Slide
Lesson 60
How to find the minor character in a story
page 74-75
exercises 7-14
Je leert hoe je de bijfiguren in een verhaal herkent
-Spelen ook een belangrijke rol in het verhaal
-Hebben vaak invloed op de hoofdpersoon
-Je komt minder te weten over de bijfiguren dan de hoofdpersoon
- Bijvoorbeeld: familieleden, vrienden, klasgenoten, leraren, andere mensen die de hoofdpersoon tegenkomt
timer
12:00
Slide 8 - Slide
7
August, Charlotte, Julian, Jack, en andere kinderen in de klas, maar die worden niet bij
naam benoemd.
Slide 9 - Slide
8
August, want de gebeurtenissen draaien om hem. Over hem kun je het meeste te weten.
Slide 10 - Slide
9
Hij kent het schoolgebouw al goed.
Hij kiest een niet opvallende plek in de klas.
Hij wil graag iemand naast zich.
Hij is bang om aangestaard te worden.
Hij gedraagt zich verlegen.
Slide 11 - Slide
10
Charlotte > bijvoorbeeld: zit graag voor in de klas en wuift naar August.
Julian > bijvoorbeeld: doet net of hij August niet ziet.
Jack > bijvoorbeeld: heeft een rare achternaam en gaat naast August
zitten.
Slide 12 - Slide
11
De hoofdpersoon voelt zich door Charlotte en Jack op zijn gemak gesteld,
omdat zij laten merken dat zij hem zien en hem begroeten.
Slide 13 - Slide
13
Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Ze kennen hem nog niet en zijn nog wat
onwennig tegenover hem.
Slide 14 - Slide
14
- Een verhaal moet altijd een bijfiguur hebben. False
- Een dier kan ook een bijfiguur zijn. True
- Een bijfiguur in een verhaal kan een held zijn. True
