Als je ademt vindt er gaswisseling plaats in de longen. Hierbij gaat er vanuit de longblaasjes de rode bloedcellen in en vanuit die rode bloedcellen de longblaasjes in.
Bloed dat naar de longblaasjes toestroomt bevat zuurstof en koolstofdioxide en heet dus bloed.
Bloed dat van de longblaadjes wegstroomt, bevat zuurstof en koolstofdioxide en heet dus bloed.