Gebeurtenis beschrijven - Les 1

Schrijven
- Je kunt van een gebeurtenis een persoonlijk verslag schrijven;
- Je kent de 5w + h-vragen;
- Je kunt woorden gebruiken om de volgorde aan te geven. 

Bekijk de plaatjes op de volgende bladzijde. De volgorde is niet juist. Noteer de juiste volgorde. 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Schrijven
- Je kunt van een gebeurtenis een persoonlijk verslag schrijven;
- Je kent de 5w + h-vragen;
- Je kunt woorden gebruiken om de volgorde aan te geven. 

Bekijk de plaatjes op de volgende bladzijde. De volgorde is niet juist. Noteer de juiste volgorde. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions


A
2 - 4 - 3 - 1
B
2 - 3 - 4 - 1
C
4 - 2 - 3 - 1
D
1 - 2 - 4 - 3

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Als je een gebeurtenis beschrijft, vertel je aan anderen wat je gezien of meegemaakt hebt. De lezers begrijpen je het best als je alles vertelt in de volgorde waarin het gebeurd is. (chronologische of tijdsvolgorde)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Zo beschrijf je de gebeurtenis.
-> Stel jezelf vooraf de 5w + h-vragen.
Wat zijn deze 5w + h-vragen?
timer
1:00

Slide 5 - Open question

Wat is er gebeurd?
Wie waren erbij betrokken?
Waar is het gebeurd?
Wanneer is het gebeurd?
Waarom (of waardoor) gebeurde het?
Hoe gebeurde het?
Zo beschrijf je een gebeurtenis. 
Wat is er gebeurd?
Wie waren erbij betrokken?
Waar is het gebeurd?
Wanneer is het gebeurd?
Waarom (of waardoor) gebeurde het?
Hoe gebeurde het?

Noteer de antwoorden op deze vragen. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Noteer de antwoorden op de 5w + h-vragen.
timer
3:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn jouw antwoorden op de 5w + h-vragen?
timer
3:00

Slide 8 - Open question

Wat is er gebeurd? Caro is boos en heeft haar knieën kapot.
Wie waren erbij betrokken? Caro (en haar hond).
Waar is het gebeurd? In het park.
Wanneer gebeurde het? Op zondagmiddag tijdens het uitlaten van de hond.
Waarom of waardoor gebeurde het? De hond zag een bot liggen en hij rende er naartoe.
Hoe gebeurde het? De hond trok zo hard dat ik viel. 
Noteer je verhaal in de volgorde waarin het gebeurd is, dus van het begin tot het eind. 
Gebruik woorden die een volgorde noemen, bijvoorbeeld: eerst, daarna, vervolgens, toen, dan, verder, ten slotte

Slide 9 - Slide

Wanneer gebeurde het? Op zondagmiddag tijdens het uitlaten van de hond. 
Wie waren erbij betrokken? Caro (en haar hond).
Waar is het gebeurd? In het park.
Waarom of waardoor gebeurde het? De hond zag een bot liggen en hij rende er naartoe. 
Hoe gebeurde het? De hond trok zo hard dat ik viel. 
Wat is er gebeurd? Caro is boos en heeft haar knieën kapot.


Schrijf nu een verslag van deze gebeurtenis. Je krijgt vijf minuutjes de tijd.
timer
5:00

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Belangrijk!
De tekst die je hebt geschreven moet je bewaren. Deze heb je de volgende les weer nodig. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Ik moet straks ... de hond uitlaten,
A
eerst
B
daarna
C
vervolgens
D
verder

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Ik moet straks eerst de hond uitlaten, ... maak ik het caviahok schoon.
A
eerst
B
daarna
C
vervolgens
D
verder

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Ik moet straks eerst de hond uitlaten, daarna maak ik het caviahok schoon. ... ga ik een boek lezen op de bank.
A
eerst
B
daarna
C
vervolgens
D
nu

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Ik kan een persoonlijk verslag in chronologische volgorde schrijven.
timer
1:00
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

This item has no instructions

Ik kan in een verslag woorden gebruiken die een volgorde aangeven.
timer
1:00
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

This item has no instructions