Limburgs!

                          Ich bin/kin Limburg
15 december 
Limburgs eige daag!


Les leerjaar 4+ 1 zorg en welzijn
St Ursula Heythuysen.
1 / 36
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 9 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

                          Ich bin/kin Limburg
15 december 
Limburgs eige daag!


Les leerjaar 4+ 1 zorg en welzijn
St Ursula Heythuysen.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Alle Limburgers spreken hetzelfde dialect
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Video

Wat was het Limburgse woord voor rillerig?
A
sjoemelen
B
sjoeverechtig
C
sjotelsplak
D
sjoelbak

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

Wat betekent het woord "enne"?
A
Hey!
B
Hoe gaat het?
C
Wat doe je?
D
Vertel verder!

Slide 9 - Quiz

Wat is een sjeng?
A
Iemand die uit Maastricht komt
B
Een ander woord voor duif
C
Een oudere meneer
D
Een soort Limburgse vlaai

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

Welk getal hoort bij carnaval?
A
13
B
10
C
12
D
11

Slide 12 - Quiz

Welk woord betekent 'proost' in Limburgs, wat je vaak bij carnaval hoort?
A
Patat!
B
Helau!
C
Alaaf!
D
Oeteldonk!

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Wat zei die nou? Hoe heet het gerecht?
A
Zoervleisj
B
Zoerdrap
C
Zoetvleisj
D
Rundervleisj

Slide 15 - Quiz

Welk dierenvlees werd traditioneel gebruikt voor zoervleisj (tegenwoordig niet meer)?
A
Varken
B
Kip
C
Rund
D
Paard

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Is André Rieu een sjeng ja of nee?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Hoe heet deze vla?
A
Appelkruimel
B
Kersevlaai
C
Puddingkruimel
D
Rijstevlaai

Slide 20 - Quiz

Nu de eindstrijd!
Veel vragen over de Limburgse woordjes. Zijn jullie er klaar voor?

Slide 21 - Slide

Op de joets gaan
A
Uitgaan met vrienden
B
De fiets nemen
C
Gaan schaatsen

Slide 22 - Quiz

Wableef?
A
Dit zegt een limburgse hond
B
Dit betekent 'wat zeg je?'
C
Limburgs voor alsjeblieft

Slide 23 - Quiz

DOA VELT MIG DE BOKS VAN AAF!
A
Dit zeg je als je naar de wc moet
B
Dit zeg je als je stomverbaasd bent
C
Dit zeg je als je wilt vechten met iemand

Slide 24 - Quiz

Het is tien op twelf.
A
Tien voor twaalf
B
Tien over twaalf

Slide 25 - Quiz

En als laatste...

Slide 26 - Slide

Hajje!
A
Doeg!
B
Haaien!
C
Een haan!
D
Iemand uit Heerlen

Slide 27 - Quiz

Welke andere limburgse gerechten ken je?

Slide 28 - Mind map

Hei sè dees al?
Kôi sjôttel
Karboêt
Sperjès
Druúg wors
Snörke.

Slide 29 - Slide

Wat is Kôi Sjôttel
A
Schotel van Koi karpers visschotel
B
Bord ijs uit de diepvries
C
Huzarensalade
D
Kaasplankje

Slide 30 - Quiz

Wat is Karboêt
A
Balkenbrei
B
Rijstebrei
C
Geitenbrei
D
Ezelvlees

Slide 31 - Quiz

Wat voor kleur heeft Sperjès?
A
Wit
B
Groen
C
Roze
D
Paars

Slide 32 - Quiz

Wat is druüg wors?
A
Verdroogde peen
B
Zongedroogde tomaat
C
Cervelaatworst
D
Leverworst

Slide 33 - Quiz

Wat is un snörke?
A
Dropveter
B
Wijn/ cola
C
Cola met dropje erin
D
Cola/ bier

Slide 34 - Quiz

En hebben we ùnnù winnaar?
……….
Doe heas uit mejste verstank van de ganse klas!


Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video