U2 tm ex 23/24 + spel met kaarten vrai / faux

1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Le programme
  • over de SO...
  • spel
  • avoir rap 
  • bladen met avoir/être
  • Goed lezen en maken Unité 2, ex 21, 22, 23
                                                                      en bereid 24 voor (teken)
    Leren avoir en Apprendre 5
Doel
Na deze les kun je avoir opzeggen
en kun je het veschil uitleggen tussen il/elle en il y a in een zin

Slide 2 - Slide

1
Vrai ou faux?

J'ai une maison
=
Ik heb een huis

Slide 3 - Slide

2
Vrai ou faux?

Tu es un vélo
=
Jij hebt een fiets

Slide 4 - Slide

3
Vrai ou faux?

Nous avons un bateau
=
Wij hebben een flat

Slide 5 - Slide

4
vrai ou faux?

Ils ont une grande chambre
=
Zij hebben een grote kamer

Slide 6 - Slide

5
vrai ou faux?

Elle a rendez-vous
=
Zij heeft een afspraak

Slide 7 - Slide

6
vrai ou faux?

On est dans le bus
=
Wij hebben een bus

Slide 8 - Slide

7
vrai ou faux?

Où a la gare?
=
Waar is het station?

Slide 9 - Slide

8
vrai ou faux?

Monte sur le scooter!
=
Klim op de scooter!

Slide 10 - Slide

9
vrai ou faux?

Vous êtes en retard
=
Wij zijn te laat

Slide 11 - Slide

10
vrai ou faux?

On a un appartement
=
Wij hebben een flat/appartement

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Au travail
Faire (maken): 
exercice 21, 22, 23 en 24 (alvast de plattegrond tekenen)

Apprendre (leren)
Het werkwoord avoir en Apprendre 5
Doel
Na deze les kun je avoir opzeggen
en kun je het veschil uitleggen tussen il/elle en il y a in een zin

Slide 14 - Slide