This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
De Overheid
wat hebben we geleerd?
Deoverheid
een herhalingstoets H7
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Quiz
Wat hadden we ook al weer besproken?
Slide 3 - Slide
De overheid van Nederland bestaat uit...
A
Het Rijk
B
Provinciale overheid
C
Gemeentelijke overheid
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 4 - Quiz
In welke sector vind je alle bedrijven terug?
A
Particuliere sector
B
Primaire sector
C
Collectieve sector
D
Secundaire sector
Slide 5 - Quiz
Wat zijn kenmerken van collectieve voorzieningen?
A
De particuliere sector betaalt de voorzieningen
B
De overheid betaalt de voorzieningen
C
De koning regelt het gebruik van de voorzieningen
D
Het onderhoud wordt gedaan door het UWV
Slide 6 - Quiz
Plaats de plaatjes bij de juiste sector
Particuliere sector
Collectieve sector
Slide 7 - Drag question
De vader van Babette krijgt een financiële bijdrage van de overheid voor zijn zonnepanelen. Zo stimuleert de overheid dit gedrag. Hij krijgt een beloning in de vorm van:
A
Accijns
B
Privatisering
C
Bijdrage
D
Subsidie
Slide 8 - Quiz
De belangrijkste inkomstenbronnen voor de overheid zijn:
A
belastingen
B
premies sociale verzekeringen
C
niet-belastingen ontvangsten
D
boetes
Slide 9 - Quiz
Hoeveel belasting moet je betalen?
Stap 1:
Stap 2:
Stap 3:
De directeur van het Haarlem College verdient € 100.000 per jaar. Hoeveel belasting moet hij hierover betalen? Gebruik het overzicht hierboven
Slide 10 - Slide
In een stad zijn drie bioscopen, ze spreken af dat een kaartje minstens twaalf Euro moet kosten. Mag dat? Warom wel/niet?
Slide 11 - Open question
Wat zijn collectieve goederen, wie is de eigenaar?
Slide 12 - Open question
Wat is privatisering?
Slide 13 - Open question
Wat is het profijtbeginsel en geef een voorbeeld.
Slide 14 - Open question
Wat is voor de overheid geen reden om belasting te heffen.
A
Om het inkomen van mensen beter te verdelen
B
Om salarissen te betalen
C
Om wegen te bouwen
D
Om de burger armer te maken
Slide 15 - Quiz
Wat is decentralisatie?
A
De landelijke overheid stopt met bepaalde taken en laat het bedrijfsleven deze taken doen.
B
De landelijke overheid geeft taken aan de gemeenten
C
De landelijke overheid stopt met bepaalde taken
D
De landelijke overheid gaat meer taken uitvoeren
Slide 16 - Quiz
Wat is een organisatie die in collectieve sector werkt?
Slide 17 - Mind map
Noem een bedrijf die in de particuliere sector werkt.
Slide 18 - Mind map
Wanneer vindt er privatisering plaats?
A
De landelijke overheid stopt met bepaalde taken en laat het bedrijfsleven deze taken doen.
B
De landelijke overheid geeft taken aan de gemeenten
C
De landelijke overheid stopt met bepaalde taken
D
De landelijke overheid gaat meer taken uitvoeren
Slide 19 - Quiz
Waarom heft de overheid accijns over alcoholische dranken en tabak?
A
Om het gebruik van tabak en drank te ontmoedigen
B
Om zo meer geld te verdienen
C
Om drank en tabak aantrekkelijk te maken
D
Om ervoor te zorgen dat alleen de rijke burgers nog toegang hebben tot tabak en drank
Slide 20 - Quiz
Waarom noemen we Nederland een verzorgingsstaat?
A
Omdat we veel belasting moeten betalen
B
Omdat de Nederlandse overheid klein, maar slagvaardig is
C
Omdat we in Nederland sociale zekerheid hebben
D
Omdat de overheid wil dat Nederlanders werken
Slide 21 - Quiz
Is de stelling juist of onjuist? Collectieve goederen zijn voorzieningen waar alleen bedrijven gebruik van kunnen maken