De conditionnel, met onregelmatige werkwoorden, maak je op de volgende manier:1. Gebruik de speciale vormen die je bij de 'futur simple' al hebt geleerd (aur, ser, ir, fer, pourr, voudr, viendr,
devr, saur, verr)
2. Voeg de juiste uitgang toe (uitgang van de imparfait)
Je -ais J'aurais Ik zou hebben
Tu -ais Tu serais jij zou zijn
Il/elle/on -ait Il/elle/on ferait hij / zij /men zou doen/maken
Nous -ions Nous irions wij zouden gaan
Vous -iez Vous pourriez jullie zouden kunnen/mogen
Ils/elles -aient Ils/elles voudraient zij zouden willen