Media Burgerschap

Burgerschap thema MEDIA
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

Items in this lesson

Burgerschap thema MEDIA

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Communicatie en Media
  • Communicatie: Het uitwisselen van informatie
  • Media: Middelen om informatie mee over te brengen
  • Welke media gebruik jij wel eens?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Stelling 1
Liever een avond met vrienden dan een avond met mijn telefoon!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Stelling 2
  1. Als ik met iemand heb afgesproken vind ik het irritant als hij steeds met zijn telefoon bezig is.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Stelling 3
Via mijn telefoon maak ik makkelijker contact met mensen dan in het echt.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Stelling 4
Ik slaap te weinig door mijn telefoon.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Stelling 5
Ik ben verslaafd aan mijn telefoon.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

kijkvragen:
schrijf op welke communicatiemiddelen ze benoemen 

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Wat is sociale media?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Bij de volgende dia's komen de stellingen uit opdracht 3. 
Geef een antwoord.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Ik leer meer van wat ik op internet zie dan van de lessen op school?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Mijn ouders mogen niet zien wat ik op social media plaats
A
Ja , ze mogen niets zien
B
Nee, ze mogen alles zien
C
Soms mogen ze iets zien

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

                   Media  -  De invloed van media

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat is een mening?
A
Iets wat echt waar is
B
Wat je van iets of iemand vindt
C
Wat je leest in de krant
D
Wat de docent zegt

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een feit?
A
Iets wat echt waar is
B
Wat je van iets of iemand vindt
C
Alles wat de docent zegt
D
Alles wat in de krant staat

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Media doet iets met jouw mening!

Dit noemen we "invloed hebben"

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vraag
Heb je wel eens iets gekocht, omdat het er zo mooi uitzag, maar eigenlijk had je het helemaal niet nodig?


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Digitaal spoor dat je achterlaat
Iedere keer als je je telefoon, tv of computer gebruikt, laat je een digitaal spoor achter. Online is veel informatie over ons te vinden, en als iets eenmaal online staat, is het lastig echt te verwijderen. Ook is het niet altijd fijn dat bedrijven veel over jou weten.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Betrouwbaarheid 
Hoe kom je te weten of informatie betrouwbaar is?

Check de bron. Dit is de persoon of organisatie waar de informatie vandaan komt.
Stel kritische vragen:
1: Wat wil de bron bereiken met deze informatie?
2: Is de informatie volledig?
3: Klopt de informatie?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Mediawijsheid
Mediawijsheid  is alles wat te maken heeft met nieuwe media, sociale media, internet, smartphones, tablets en hoe je hiermee om moet gaan.


Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Bij welk begrip past deze zin?
Alleen de vrienden van Erik kunnen zijn instagram berichten zien
A
Media
B
Mediawijs
C
Sociale media

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Bij welk begrip past deze zin?
Fatima leest elke ochtend de krant
A
Media
B
Hype
C
Sociale media
D
Mediawijs

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Bij welk begrip past deze zin:
Op sociale media zie je veel ideaalbeelden voorbij komen. Wat kan hiervan een gevolg zijn?
A
Je kunt het idee krijgen dat ander een beter leven hebben dan jij
B
Je kunt een onrealistisch beeld krijgen van de werkelijkheid
C
Je kunt een lager zelfbeeld krijgen

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

welke media gebruik jij?
Hoeveel tijd per dag?

Slide 30 - Mind map

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions