1.4 Celorganellen


Thema 1: Inleiding in de biologie
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Thema 1: Inleiding in de biologie

Slide 1 - Slide

1.4 Celorganellen
  • Je kunt een cel beschrijven als een zelfstandig functionerende biologische eenheid.
  • Je kunt beschrijven hoe transport van stoffen via (cel)membranen plaatsvindt.
  • Je kunt de bouw en functie beschrijven van het cytoskelet en het celmembraan beschrijven.

Slide 2 - Slide

Eiwitten maken (Binas 79D)
Eiwitsynthese:
  1. Celkern: DNA met code voor eiwit
  2. ER met ribosomen
  3. Golgisysteem

Secretie:
  4. Exocytose

Slide 3 - Slide

Stap 1: De celkern
  • Kernplasma met daarin chromosomen (lange moleculen DNA die rond een aantal eiwitten zijn gewikkeld) 
  • DNA bevat informatie over de erfelijke eigenschappen van een organisme (bouw eiwitten bijvoorbeeld)
  • Kernlichaampje: maakt delen van ribosomen, die de kern verlaten via kernporiën -> cytoplasma

Binas tabel 70A

Slide 4 - Slide

Stap 2: Het Endoplasmatisch Reticulum (ER)
Uitgebreid netwerk van dubbele membranen dat is aangesloten op het kernmembraan

  • Ruw (RER): met ribosomen op de membranen. Een ribosoom is een bolvormig organel dat eiwitten produceert (synthese) die in blaasjes vervoerd worden
  • Glad (GER): bevat geen ribosomen, dus andere functie afhankelijk van celtype (bijv: productie vetten/hormonen, giftige stoffen onschadelijk maken)

Slide 5 - Slide

Stap 3: Het Golgisysteem
Bestaat uit opeengestapelde platte membranen in het cytoplasma van de cel

  • Neemt blaasjes met eiwitten van RER op en bewerkt eiwitmoleculen totdat ze hun definitieve vorm hebben

Stap 4: Secretie
  • Daarna afsnoeren eiwitblaasjes -> exocytose of enzymatische afbraak (zoals in lysosomen)

Slide 6 - Slide

Samenvattend... (Binas tabel 79D)

Slide 7 - Slide

Mitochondriën
  • Bolvormig organel
  • Dubbele membraan
  • Afbraak koolhydraten, eiwitten en vetten
  • Zuurstof en enzymen nodig -> ENERGIE ontstaat (in de vorm van ATP)

Binas 79D

Slide 8 - Slide

De energiedragers
ATP wordt gevormd bij de verbranding van koolhydraten, eiwitten en vetten

Vrijgekomen energie wordt gebruikt voor stofwisselingsreacties en processen in de cel, zoals: eiwitsynthese, actief transport over membranen, bewegen, ademen, ALLES...

Binas tabel 67L

Slide 9 - Slide

Chloroplasten
  • Dubbel membraan en enzymen
  • Thylakoïden
  • Fotosynthese: lichtenergie => vorming glucose en zuurstof



Slide 10 - Slide

Cytoskelet
  • Netwerk van eiwitvezels: microtubuli en microfilamenten
  • Vorm cel en organellen op plek
  • Trilharen/Ciliën: signalen opvangen uit omgeving
  • Motoreiwitten: verplaatsen zich langs cytoskelet en transporteren organellen of blaasjes met eiwitten 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Membranen
  • Fosfolipiden dubbellaag met hydrofiele kop (P) en hydrofobe staart (2 vetzuurmoleculen - 1 verzadigd + 1 onverzadigd)
  • Eiwitmoleculen: transport stoffen in/uit cel
  • Receptoren met koolhydraatketens: herkenning
  • Cholesterol: stevigheid



Binas 79D, 67G2+3

Slide 13 - Slide

Het huiswerk 1.4:
Bestudeer blz. 35 t/m 45.


Maken + nakijken opdr. 58, 59 en 63 t/m 74.

Slide 14 - Slide