2205_werden

Guten Morgen!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Guten Morgen!

Slide 1 - Slide

Heute
-Wiederholung haben und sein
- werkwoord werden uitleg
Übungen machen

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les
  • kun je alle vormen van het werkwoord werden noemen
  • kun je de juiste vorm van het werkwoord werden kiezen
  • kan je haben/sein/werden juist in de zin zetten

Slide 3 - Slide

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 4 - Drag question

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 5 - Drag question

Das Verb "werden"
twee betekeninssen: zullen en worden

Zum Beispiel:
Willst du Profi werden?                                   Wil je prof worden?
Du wirst bald fünfzehn.                                 Jij wordt bijna vijftien.
Wir werden morgen zurückkommen.     Wij zullen morgen terugkomen.



Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

ich
werde
du
wirst
er / sie / es
wird
wir
werden
ihr
werdet
sie / Sie
werden
Onregelmatig werkwoord -> Uit je hoofd leren
-> klinkerwisseling bij du en er/sie/es
-> Geen uitgang bij er/sie/es

Slide 8 - Slide

Werkwoord "werden".
Meine Schwester ... fünfzehn Jahre alt.
A
wirdt
B
wordt
C
wirst
D
wird

Slide 9 - Quiz

Vul de goede vervoeging van "werden" in.
Ich ...
A
wird
B
werde
C
werd
D
word

Slide 10 - Quiz

Werkwoord "werden".
Wir ...
A
worden
B
werden
C
wurden
D
wirden

Slide 11 - Quiz

Vul de goede vervoeging van "werden" in.
Du ...
A
wird
B
werst
C
worst
D
wirst

Slide 12 - Quiz

Werkwoorden "werden".
Peter und Paul, ihr ........ noch von mir hören!
A
werdt
B
wirdet
C
werdet
D
werden

Slide 13 - Quiz

Einstein, wann ...... du mal vernünftig (verstandig).
A
wirst
B
wurst
C
wird
D
werdst

Slide 14 - Quiz

Heinz und Hermann ...... morgen kommen.
A
wirden
B
werden
C
wurden
D
worden

Slide 15 - Quiz

Wir ....... das schaffen.
A
worden
B
wirden
C
werdet
D
werden

Slide 16 - Quiz

Das Verb "werden" kann ich schon ....
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll