Indeling gebaseerd op vegetatie.
A = tropisch, B = droog, C = zeeklimaat, D = landklimaat, E = koud klimaat. A, C, D en E gebaseerd op temperatuur en B op neerslag. Subklimaten BW =woestijn, BS = Steppen, EH = hoogbergklimaten, EF = eeuwige sneeuw poolklimaat, ET toendraklimaat. Kleine letters als toevoeging. s = droge perioden in de zomer, w = droge periode winter en f droge periode ontbreekt (dus hele jaar regen).