examenstof politiek 4.4

4.4 De kandidaat kan van politieke partijen en stromingen standpunten en
de uitgangspunten noemen en herkennen.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

4.4 De kandidaat kan van politieke partijen en stromingen standpunten en
de uitgangspunten noemen en herkennen.

Slide 1 - Slide

4.4.1 De kandidaat kan de namen, de uitgangspunten en indien van toepassing de
bijbehorende politieke stromingen van de landelijke politieke partijen die zetels hebben in
de Tweede Kamer noemen, herkennen, beschrijven en toepassen.

Slide 2 - Slide

4.4.2 De kandidaat kan politieke standpunten indelen op de links/rechts-as en de
progressief/conservatief-as.

Slide 3 - Slide

4.4.2.1 De kandidaat kan vanuit een sociaaleconomische perspectief standpunten van politieke partijen als linkse of rechtse standpunten noemen, herkennen, beschrijven en toepassen:
 Links legt een sterke nadruk op het collectieve belang, ze streeft naar het verkleinen van sociaaleconomische ongelijkheid; vanuit die gedachte is een actieve rol voor de overheid in de samenleving weggelegd.

Rechts legt een sterke nadruk op het individuele belang, ze streeft naar grote economische vrijheid; vanuit die gedachte is een passieve rol voor overheid in de samenleving weggelegd.

Slide 4 - Slide

4.4.2.2 De kandidaat kan vanuit een sociaal-cultureel perspectief standpunten van politieke partijen als progressieve of conservatieve standpunten noemen, herkennen, beschrijven en toepassen:

Progressief staat voor veranderingsgezind; veel persoonlijke vrijheid als het gaat om
morele en ethische kwesties.

Conservatief staat voor behoudend; vasthouden aan traditionele waarden en normen

Slide 5 - Slide

4.4.3 De kandidaat kent/weet de volgende kenmerken van populistische politieke partijen:
- Keren zich af van de gevestigde partijen en/of bestuurlijke elite
- Zeggen te luisteren naar de wil van het volk
-  Leggen sterk de nadruk op (charismatisch) leiderschap
-  Doen vaak een beroep op vaderlandsliefde

Politieke partijen die zich afzetten tegen de ‘elite’ noemen we populistisch. Populisme
wordt enerzijds gezien als een politieke stijl en anderzijds als een politieke stroming.
Populistische politici zetten zich af tegen ‘elite’ die volgens hun zeggen niet opkomt voor
de belangen van ‘gewone mensen’. Zij gaan ervan uit dat zij zelf wel spreken namens het
volk.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

4.4.4 De kandidaat kent/weet de volgende kenmerken van extremistische politieke partijen of bewegingen:
 Willen ingrijpende ondemocratische veranderingen in de samenleving
 Verspreiden haat- of angstgevoelens
 Zijn bereid geweld te gebruiken of te dreigen met het gebruik van geweld

Politieke partijen of bewegingen zijn extremistisch te noemen als zij menen dat kenmerken van de parlementaire democratie en/of de rechtsstaat het bereiken van hun doelstellingen in de weg staan.

Slide 8 - Slide

4.4.5.1 Liberale stroming:
 Individuele vrijheid, individuele rechten en eigen verantwoordelijkheid
 Vrijheid op economische gebied. Particulier initiatief; de vrijheid om te ondernemen,
ruimte voor de vrije markt, en dus beperkte overheidsinvloed
 Nadruk op de kerntaken van de overheid: bescherming van de rechtsstaat,
handhaving van openbare orde en defensie

Slide 9 - Slide

4.4.5.2 Sociaaldemocratische stroming:
 Streven naar meer sociaaleconomische gelijkheid; verkleinen van verschillen in inkomen, welvaart, en macht
 Relatief grote rol van de overheid om nadelen van de vrijemarkteconomie te verminderen, om ongelijkheid te verkleinen en om gemeenschapsgoederen zoals onderwijs, sociale voorzieningen e.d. te scheppen
 Internationale solidariteit
 Opkomen voor de zwakkeren in de samenleving

Slide 10 - Slide

4.4.5.3 Christendemocratische stroming:

 Bijbelse waarden als naastenliefde en gemeenschapszin, christelijke geloof als
inspiratiebron
 Harmonie en samenwerking tussen diverse groepen binnen de samenleving
 Faciliterende rol van de overheid in die samenwerking: de overheid verricht vooral
taken die niet door andere groepen in de samenleving kunnen worden vervuld
 Rentmeesterschap
 Gespreide verantwoordelijkheid

Slide 11 - Slide

4.4.5.4 Ecologische stroming:
 Stellen duurzame ‘groene’ consumptie boven economische groei. Te bereiken via mentaliteitsverandering bij burgers en bedrijven en zeker ook via overheidsmaatregelen (zoals wetgeving)
 Geen verdere aantasting van natuur en milieu
 Milieuvriendelijk en duurzaam produceren en consumeren

Slide 12 - Slide

4.4.5.5 Nationalistische stroming:
 Stellen de oorspronkelijke bewoners van het land centraal
 Streven naar onafhankelijkheid en volledig zelfbestuur. Proberen dus zo min mogelijk
deel te nemen aan internationale organisaties zoals de EU
 Globalisering en immigratie worden gezien als een bedreiging voor het land
 Bevat vaak populistische elementen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video