KUA herhaling Massacultuur 2e helft 20e eeuw

Samenvatting Massacultuur
1 / 47
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Samenvatting Massacultuur

Slide 1 - Slide

Tekst
Modernisme, 1e helft van de 20e eeuw
2e helft 20e eeuw,
Postmodernisme
Wij maken manifesten waarin we vastleggen welke ideeën wij aanhangen en welke esthetiek we nastreven
Less is more. We willen dat alles aan gebouwen functioneel is, geen decoratie!

We hoeven niet origineel te zijn. Alles is toch al eens gedaan. . Daarom mogen we ook citeren uit andere kunstwerken
Less is a bore. We zijn vrij om ook oppervlakkigheid en decoratie te mogen gebruiken in de kunst.

Slide 2 - Drag question

Ontwikkelingen die invloed hadden op de cultuur
-  Na de tweede wereldoorlog ontstond er een economische groei
- Mensen kregen meer geld te besteden 
- En ze hoefden minder lang te werken, zo kregen ze ook de vrije zaterdag
- Er ontstond zo een consumptiemaatschappij. 
- Ook ontstond er na WO 2 een babyboom. 
- De jeugd had had na WO2 ook meer te besteden. Er ontstond een eigen jeugdcultuur, en de jeugd werd ook als een mogelijke consument gezien. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Jeugdcultuur en supersterren
 Inmiddels gingen alle jongeren naar school, dus ze werden vaak hoger/beter opgeleid dan hun ouders waardoor ze zich beter konden ontwikkelen, ook in de armere milieus. De jongere generatie had meer vrije tijd en ook geld om te besteden. Ze verzetten zich tegen hun ouders, tegen de onrechten die de voorgaande generatie had laten ontstaan in de tweede wereld oorlog. De Amerikaanse cultuur (in muziek, film en kleding) weerspiegelde het ideaal van vrijheid. Een nieuwe jongerencultuur die zich afzette tegen de gevestigde orde en de cultuur van hun ouders. Supersterren uit Amerika werden overal, en dus ook in Europa beroemd. De eerste grote pop- en filmsterren werden idolen voor de jongere generatie.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Pop-art
De mens in de moderne maatschappij, was naast burger ook een steeds welvarender consument. Deze burgerij wilde vermaakt worden, en er onstond voor de jeugd een populaire cultuur. In pop-art speelt de kunst tegenover de populaire cultuur een rol. Ook kan er in de snelle wereld van massacommunicatie heel snel kunst gedeeld worden. 'Citeren' of terwijl dingen gebruiken van andere kunstenaars of uit de wereld van de consumptie maatschappij of de popcultuur werd veel gedaan. De kunstenaar hoeft ook niet meer gezien te worden als 'ambachtsman', hij kan ook het concept bedenken en in een studio door een team het kunstwerk laten maken. Ook het maken van kunstwerken die in massa geproduceerd kunnen worden is geen taboe meer. 
(zie de afbeelding hiervoor: zeefdruk) 

Slide 11 - Slide

Massacultuur
Massacultuur is de cultuur van de grote massa, gekenmerkt door onpersoonlijkheid en oppervlakkigheid. De massamedia, zoals de pers, radio, film, televisie en internet, hadden een belangrijke rol in de verspreiding van massacultuur. Omdat je met behulp hiervan kan communiceren met een groot publiek, wordt dat massacommunicatie genoemd. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Consumptiemaatschappij
In de jaren '60 ontstond mede door de welvaart een consumptiemaatschappij. Veel mensen wilden met hun geld de nieuwste luxe artikelen bezitten. Producenten hiervan probeerden door reclame mensen te verleiden zoveel mogelijk te kopen. Het idee hiervan: Doordat mensen meer kopen, groeide welvaart. Het is een kapitalistisch systeem, met een vrije markteconomie. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

MODERNISME

1900-1950
Kunst is een academische, serieuze aangelegenheid



POSTMODERNISME

1950-...
Kunst is tof, humor, grenzen uitrekken, ik bepaal!


Slide 18 - Slide

MODERNISME

Hoge cultuur
POSTMODERNISME

Versmelting van hoge
en lage cultuur

Slide 19 - Slide

MODERNISME

"less is more"
POSTMODERNISME

"less is a bore"

Slide 20 - Slide

MODERNISME

"less is more"
Abstrahering/abstract
POSTMODERNISME

"less is a bore"
Vervaging realisme/abstract

Slide 21 - Slide

MODERNISME

"less is more"
Hoge cultuur

POSTMODERNISME

"less is a bore"
Versmelting

Slide 22 - Slide

OEFENEN!
De nu volgende slides zijn sleepvragen.
Je sleept de foto's of tekstjes naar de goede plek.
Is het modernisme? Is het postmodernisme?

Slide 23 - Slide

MODERN
Less is more
Less is a bore
Sure, blablabla..de waarheid bestaat niet, ik maak wat ik tof vind
Kunst geeft vorm aan de waarheid waarnaar men op zoek is.
eclecticisme
Hoge cultuur
Hoge en lage cultuur versmelten

Slide 24 - Drag question

MODERN
Informatisering
Industrialisering
Kunst is kunst als het voldoet aan deze academische regels:
1...
2...
3....
Minder regels in de kunst!
Speels
humor
ironie
Kunst is een serieuze aangelegenheid,
wetenschap,
filosofie,..

Slide 25 - Drag question

Leg aan de hand van twee aspecten uit waarom het gebouw op de afbeelding postmodern genoemd kan worden.

Slide 26 - Open question

De invalshoeken
In de volgende slides zie je per invalshoek wat 
uitleg en daarbij een  voorbeeld van een kunstwerk
dat daarbij past. Bijna alle verschillende kunstdisciplines komen voorbij.

Slide 27 - Slide

Invalshoek 1: Levensbeschouwelijk
Visie op de geschiedenis: fragmentarisch. Er is géén constante groei en vooruitgang. Er is niet altijd een logica in de ontwikkeling van de mensheid en de aarde. Dit sluit aan bij het absurdisme. Ook in de kunst willen de kunstenaars niet meer één ideologie aanhangen. Alle stromingen en ideeen moeten naast elkaar kunnen gebruikt worden. Ook hoeft niet alles serieus te zijn, kunst mag ook vermakelijk zijn. 

Kijkvoorbeeld: Absurd Theater van Dogtroep

Slide 28 - Slide

Absurdisme 
De nasleep van de Tweede Wereldoorlog bracht een sociaal milieu met zich mee waarin absurdistische overtuigingen meer voorkwamen. Het past bij het post-moderne tijdperk, want de absurdisten vinden dat alles wat er gebeurt op onze aarde of in het heelal, geen logica heeft. Er is geen betekenis en logica, er is een opstapeling van toevalligheden. In dit stuk van Dogtroep zie je een reeks absurde gebeurtenissen. Qua inhoud hebben de toneelstukken van dogtroep geen logische plotten, maar zijn er veel absurde situaties die elkaar opvolgen. Als we kijken naar de vormgeving, dan het de locatie al bijzonder: het is locatietheater, dus er is geen gebruikelijk thater meer. Dan past het ook nog bij het post-modernisme omdat het multidisciplinair is. Videoprojecties, beeldende kunst, installaties, live muziek, theater, decor, belichting. Het is een multidisciplinair kunstwerk dat samen één geheel vormt.

Slide 29 - Slide

Invalshoek 2: Esthetica
Postmodernisten reageren sterk op de modernistische kunst, 
in veel opzichten is het tegengesteld aan het modernisme. Fictie staat centraal: form follows fantasy, less is a bore, originaliteit bestaat niet, stijlcitaten, mengen High & Low.

Voorbeelden: De gebouwen aan de Las Vegas strip / Andre Hazes

Slide 30 - Slide

Architectuur in Las Vegas
Je ziet de Las Vegas Strip. De gebouwen hebben soms echt herkenbare vormen, zoals de vorm van een tijger of een aardbol. Ook worden oude en nieuwe stijlkenmerken door elkaar gebruikt. Dit heet ook wel eclecticisme. Verder zijn er veel gebouwen met decoratieve elementen: Less is a bore! Minder is saai! Ook wordt de vorm bepaald, niet alleen door de functie, maar ook door de fantasie van de architect: Form Follows Fantasy! 

Slide 31 - Slide

Invalshoek 3: Opdrachtgevers
Marktmechanismen (sterrendom, reclame, sponsoring). Joop van den Endes musicals, Commerciele concerten van de Toppers of Dre Hazes. Dit zijn meestal grote evenementen.
Maar ook subsidies van de overheid (voor meer avant-garde, experimentele kunst. Bijvoorbeeld Filmhuisfilms (Arthouse) of toneel- of dansgezelschappen en orkesten. 
Voorbeeld commercieel: Festivalsponsoring Lowlands. onderaan de website staan de de sponsoren en de subsidieverstrekkers
Voorbeeld gesusidieerd: Nederlands Dans Theater

Slide 32 - Slide

Nederlands danstheater
Een dansgezelschap zoals bijvoorbeeld het Nederlands Dans Theater, probeert altijd te vernieuwen, de choreografen horen dus bij de avant-garde. Zij hebben vooral als doel de kunst verder te brengen, en hebben niet een commercieel doel. De betere gezelschappen ontvangen vaak subsidies. Vaak structureel, maar soms ook specifiek voor één project. 

Slide 33 - Slide


Invalshoek 4: Vermaak

Bijna alle vormen van massacultuur horen bij het vermaak in de 2e helft van de 20e eeuw. Hoewel vermaak soms sterk gericht is op commerciele doelen en vaak oppervlakkig is, kan de kunst die ter vermaak is ook vernieuwend zijn en diepgang hebben. 
Pop-Art
Popmuziek
 Videoclips
Streetdance
 Soaps, Tv-series, reclame
Hollywoodblockbusters
Musicals
 Stripverhalen
 Modeshows
Mega-tentoonstellingen
 Urban entertainment centra:
winkelcentra met
amusement/
uitgaanscentra

Slide 34 - Slide

Invalshoek 5: Wetenschap
Reproduceerbaarheid; 
Computertechnieken en elektronische kunst; 
virtual reality; 
Audiovisuele media

Slide 35 - Slide

Kraftwerk
In de jaren 70 en 80 werd de synthesizer uitgevonden. Dit was een electronisch toetsinstrument. Maar er konden ook digitaal nieuwe geluiden in worden gezet, je kunt er geluiden mee vervormen, en je kunt er ritmes in opslaan en die herhalen. De Duitse groep Kraftwerk maakte alleen maar gebruik van deze synthesizers en waren daarmee de voorlopers van de electronische muziek. De muziek bevat veel herhaalde melodische motieven, er is een strakke beat in een vast tempo. Het timbre van de zang is vervormd door de techniek en daardoor klinkt het ook 'blikkerig' en bijna ongevoelig alsof de zangers robots zijn. 

Slide 36 - Slide

Invalshoek 6: Intercultureel
(Stijl)citaten uit verschillende culturen, c.q. subculturen; Fusion, cross-over; Wereldwijd opereren van kunstenaars; Westerse (moderne kunst) als maatstaf versus cultuurrelativisme. 

Voorbeeld:  Videoclip van The Carters met Beyonce en Jay Z. Uitleg in de slide daarna

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Apeshit
Dit is een video met een cross-over van veel verschillende culturen. 
Straatcultuur (lage kunst) en de Westerse hogere kunst. De Afro-Amerikaanse cultuur in de R&B muziek en dans, met de Westerse cultuur in de beelden. Populaire cultuur (in bijvoorbeeld de kostuums) en Klassieke oudheid (in het beeldhouwwerk) Oude kunst (in de schilderijen en beeldhouwwerk)  en nieuwe kunst (in de belichting en kostuumdesign) 

Slide 39 - Slide

vraag 27

Slide 40 - Open question

vraag 28
Goed kijken, wat gebeurt er?

Slide 41 - Open question

vraag 29

Slide 42 - Open question

vraag 30

Slide 43 - Open question

vraag 31

Slide 44 - Open question

vraag 32

Slide 45 - Open question

vraag 33

Slide 46 - Open question

vraag 34

Slide 47 - Open question