omtrek en oppervlakte uitrekenen om te bepalen hoeveel materialen je nodig hebt;
1 / 34
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1
This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
N3 thema Wonen taak 3
In deze taak ga je:
afmetingen schatten;
de omtrek en oppervlakte uitrekenen;
omtrek en oppervlakte uitrekenen om te bepalen hoeveel materialen je nodig hebt;
Slide 1 - Slide
Referentiematen
Door gebruik te maken van referentiematen
kun je je iets voorstellen bij een maat.
Voorbeelden:
De oppervlakte van Nederland
De inhoud van een emmer
Hoogte van een deur
Lengte van een mens
snelheid?
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Afmetingen schatten
Een cd is ongeveer 1 millimeter dik.
De opening van een usb-aansluiting is ongeveer 1 centimeter breed.
Een plakstift is ongeveer 1 decimeter lang (er zijn ook grotere).
Een tuinpad is ongeveer 1 meter breed.
Een flinke tuin bij een rijtjeshuis is 1 decameter lang.
Een straat met 18 rijtjeshuizen is ongeveer 1 hectometer lang.
Een wandeling van 10 minuten is ongeveer 1 kilometer lang.
Slide 4 - Slide
Wat is de lengte?
4 cm
2,5 m
5 km
14 mm
1 dm
1 hm
3 dam
Slide 5 - Drag question
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
2 m = dm
3 dm = cm
5 cm = mm
3 m = mm
400 cm = m
500 dm = m
2000 mm = dm
3500 cm = m
timer
2:00
Slide 8 - Slide
Antwoorden
2 m = 20 dm 400 cm = 4 m
3 dm = 30 cm 500 dm = 50 m
5 cm = 50 mm 2000 mm = 20 dm
3 m = 3000 mm 3500 cm = 35 m
Slide 9 - Slide
Wat is de omtrek?
Je kan ergens omheen meten! Oftewel, OMHEEN lopen.
Slide 10 - Slide
Omtrek betekent ...
A
De omtrek bepaalt hoe
groot het tafelkleed
voor je eettafel moet zijn
B
De omtrek bepaalt hoeveel stoelen en tafeltjes je
op een terras kan plaatsen
Slide 11 - Quiz
Wat is de omtrek van de figuur?
A
22 cm
B
25 cm
C
36 cm
D
44 cm
Slide 12 - Quiz
Wat is de omtrek van de figuur?
A
29 cm
B
4,2 dm
C
0,54 m
D
580 mm
Slide 13 - Quiz
Wat is de omtrek van de figuur?
A
3,4 mm
B
3,4 dm
C
0,36 m
D
210 mm
Slide 14 - Quiz
Wat is de oppervlakte?
Je geeft aan hoe groot iets is.
Oppervlakte = lengte x breedte
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Wat is de oppervlakte van het kunstgrasveldje?
A
9,8 m²
B
19,6 m²
C
22,32 m²
D
2232 dm
Slide 17 - Quiz
Wat is de oppervlakte van dit figuur?
A
20 m²
B
48 m²
C
128 m²
D
144 m²
Slide 18 - Quiz
Uitleg manier 1
Maak er 2 rechthoeken van en tel beide oppervlaktes bij elkaar.
Oppervlakte rechthoek 1 is 8 x 4 m = 32 m²
Oppervlakte rechthoek 2 is 12 x 8 m = 96 m²
Oppervlakte figuur is 32 m² + 96 m² = 128 m²
Slide 19 - Slide
Wat is de
oppervlakte van de hele verdieping?
A
40 m²
B
38 m²
C
24 m²
D
2 m²
Slide 20 - Quiz
Uitleg
Oppervlakte verdieping = Oppervlakte hele verdieping - oppervlakte trapgat.
Oppervlakte hele verdieping is 6 x (5 + 2) m² = 42 m²
Oppervlakte trapgat is 1 x 2 m² = 2 m²
Oppervlakte verdieping is 42 m² - 2 m² = 40 m²
Slide 21 - Slide
Oefenen
met
examenopgaven
Slide 22 - Slide
Je gaat een veld van 275 m² inzaaien met dit graszaad. Hoeveel pakken graszaad moet je kopen?
Slide 23 - Open question
Uitleg
1 pak graszaad is voldoende voor 50 m².
275 m² : 50 m² = 5,5 pakken
Je hebt dus 6 pakken graszaad nodig.
Slide 24 - Slide
Hoeveel euro kost het om het raamoppervlak van dit woonhuis te laten wassen?
Slide 25 - Open question
Uitleg
15 m² raamoppervlak x € 0,45 per m² = € 6,75
€ 6,75 + € 2,50 vast tarief = € 9,25
Slide 26 - Slide
Hoeveel liter muurverf heb je nodig om het plafond te schilderen? Rond af op hele liters.
Slide 27 - Open question
Uitleg
355 cm is 3,55 meter en 310 cm is 3,1 meter.
Oppervlakte plafond is 3,55 x 3,1 = 11,005 m².
1 liter verf is voldoende voor 4 m².
11,005 m² : 4 m² = 2,75125 liter.
Afgerond op hele liters wordt dat 3 liter.
Slide 28 - Slide
De afmetingen in de plattegrond zijn in millimeters. Je wilt laminaat in de grootste slaapkamer leggen. Één pak is voldoende om 2,25 m2 vloer te leggen. Hoeveel pakken laminaat moet je kopen?
Slide 29 - Open question
Uitleg
Oppervlakte is lengte x breedte.
1 m = 1000 mm.
3500 mm is 3,5 m en 2700 mm is 2,7 m
Oppervlakte grootste slaapkamer is 3,5 m x 2,7 m = 9,45 m²
9,45 m²: 2,25 m² = 4,2 pakken. Je hebt dus 5 pakken laminaat nodig.
Slide 30 - Slide
Hoeveel meter is de lengte van het hek? Rond af op hele meters.
Slide 31 - Open question
Uitleg
Diameter buitencirkel is 1 + 5 + 1 = 7 meter.
Omtrek cirkel is 3,14 x diameter.
Omtrek buitencirkel is 3,14 x 7 m = 21,98 m.
Afgerond op hele meters wordt dat 22 meter.
Slide 32 - Slide
Uitleg manier 2
Maak er 1 rechthoek van en reken de oppervlakte uit.
Bereken de oppervlakte van de lege hoek.
Haal de oppervlakte van de lege hoek af van de oppervlakte van de rechthoek
Oppervlakte rechthoek is 12 x 12 m = 144 m²
Oppervlakte lege hoek is 4 x 4 m = 16 m²
Oppervlakte figuur is 144 m² - 16 m² = 128 m²
Slide 33 - Slide
Aan de slag!
Klik in het menu links op lesmateriaal
Kies voor de methode Startrekenen MBO - niveau 3
Kies bovenin het thema Wonen
Ben je al klaar met taak 1 en 2?
Begin dan aan taak 3 - Een huis inrichten Kijk op je takenlijst welke taken je moet maken