This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Mijn wens mijn grens
Slide 1 - Slide
Lichaamscarrousel
- binnen- en buitenkring
- oefening over eigen grenzen aanvoelen
- soort aanraking wordt geprojecteerd
- Je bespreekt samen of jullie die aanraking zien zitten.
Slide 2 - Slide
Lichaamscarrousel
- Doe niks tegen je zin.
- Veroordeel je klasgenoten niet, als ze een aanraking niet zien zitten.
- Wees steeds respectvol.
Slide 3 - Slide
Geef elkaar een stevige handdruk.
Slide 4 - Slide
Geef elkaar een zoen op de wang.
Slide 5 - Slide
Geef elkaar een knipoog.
Slide 6 - Slide
Doe even neuze – neuze.
Slide 7 - Slide
Geef elkaar een schoudermassage.
Slide 8 - Slide
Leg je partners haar even goed.
Slide 9 - Slide
Streel elkaars gezicht.
Slide 10 - Slide
Ga op elkaars schoot zitten.
Slide 11 - Slide
Geef elkaar een knuffel van 10 seconden.
Slide 12 - Slide
Geef elkaar een zoen op de wang.
Slide 13 - Slide
Geef elkaar een zoen in de hals.
Slide 14 - Slide
Nabespreking lichaamscarrousel
- Je beantwoordt enkele stellingen rond de lichaamscarrousel met ja of neen.
- Je beantwoordt enkele open vragen rond de lichaamscarrousel.
Slide 15 - Slide
Vond je het moeilijk om aan te geven of je een aanraking niet wilde?
JA
NEE
Slide 16 - Poll
Was je het vaak eens met je partner of je een aanraking wilde of niet?
JA
NEE
Slide 17 - Poll
Zag je soms eerst een aanraking wel zitten en voelde je je achteraf toch ongemakkelijk?
JA
NEE
Slide 18 - Poll
Zou je bepaalde aanrakingen met een andere persoon wel uitgevoerd hebben?
JA
NEE
Slide 19 - Poll
Welke twee à drie aanrakingen waren voor jou helemaal geen probleem?
Slide 20 - Open question
Waarom vind je een bepaalde aanraking lastig?
Slide 21 - Open question
Waarom vind je andere aanrakingen fijn?
Slide 22 - Open question
Hoe laat je merken dat je een aanraking niet leuk vindt?
Slide 23 - Open question
Hoe merk je bij een ander dat die een aanraking fijn vindt?
Slide 24 - Open question
Stellingenspel: aanrakingen
- Je leest enkele beschrijvingen van aanrakingen.
- Je duidt met een emoji aan hoe je je bij deze aanraking voelt: je vindt het (helemaal) niet leuk, het boeit je niet, je vindt het (erg) leuk.
Slide 25 - Slide
Eén van je vriend(inn)en is aanhankelijk: die komt steeds dicht bij je staan, raakt je vaak aan en leunt vaak tegen je aan.
😒🙁😐🙂😃
Slide 26 - Poll
Eén van je ouders vraagt een kus van je voor je naar school vertrekt.
😒🙁😐🙂😃
Slide 27 - Poll
Je leerkracht geeft je een schouderklopje bij het teruggeven van een goede toets.
😒🙁😐🙂😃
Slide 28 - Poll
Je raakt op een fuif aan de praat met iemand. Jullie beginnen flirterig te dansen met elkaar en plots legt die persoon een hand op je onderrug/achterwerk.
😒🙁😐🙂😃
Slide 29 - Poll
Je broer/zus komt je elke dag een knuffel geven, als je bij je vrienden staat.
😒🙁😐🙂😃
Slide 30 - Poll
Je leerkracht komt bij je om een vraag tijdens een toets te beantwoorden, waardoor jullie schouder aan schouder staan.
😒🙁😐🙂😃
Slide 31 - Poll
De bus is overvol, waardoor je tussen twee mensen gekneld zit.
😒🙁😐🙂😃
Slide 32 - Poll
Eén vriend van je ouders komt op bezoek en legt diens arm over je heen.
😒🙁😐🙂😃
Slide 33 - Poll
Mijn lief zegt ...
- Je zit in een kring met 3-4 leerlingen.
- Je neemt om de beurt een kaartje.
- Je leest de stelling voor en kiest een andere leerling uit om op deze stelling te reageren.
- Binnen de groep bespreek je of je deze reactie wel / niet volgt.