§7.2 Warmte - les 2 - 3A1

Temperatuur van een gasvlam
Lesplanning
  1. Klassikaal:
    - opgave drijven
    - berekenen temperatuur van
       een gasvlam
  2. Afronden opgaven §7.2  + oefentoets
  3. Vragenrondje
  4. Overzicht toetsstof
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Temperatuur van een gasvlam
Lesplanning
  1. Klassikaal:
    - opgave drijven
    - berekenen temperatuur van
       een gasvlam
  2. Afronden opgaven §7.2  + oefentoets
  3. Vragenrondje
  4. Overzicht toetsstof

Slide 1 - Slide

Boei A is aan de onderzijde verzwaard
met eenbetonnen blok. Bij boei B is er
beton in de boei aangebracht.
Verder zijn beide boeien
volkomen gelijk. Beide boeien
steken even ver boven het water
uit.
A
De massa van het betonblok in A is groter.
B
De massa van het betonblok in B is groter.

Slide 2 - Quiz

Boei B heeft een massa van 7,8 kg.
55% van blok B bevindt zich onder
water. Hoe groot is de massa van
het verplaatste water?

Slide 3 - Open question

Boei B heeft een massa van 7,8 kg. 55% van blok B bevindt zich
onder water. Bereken het volume van blok B. De dichtheid van het water is 1,03 g/cm³.

Slide 4 - Slide


De temperatuur 
van een gasvlam
                         Meetresultaten

Schroef ( c = 0,46 J/(g ⁰C))
m = 

Water (c = 4,18 J/(g ⁰C))
m = 
Tbegin =
T eind =


Slide 5 - Slide



Stap 1
Bereken de warmte die het water heeft opgenomen. 

Slide 6 - Slide



Stap 2
 Bereken het temperatuurverschil van de schroef. 

Slide 7 - Slide



Stap 3
 Bereken de begintemperatuur van de schroef.

Slide 8 - Slide



Conclusie 
discussie

Slide 9 - Slide

Aan de slag
§7.2 opgave 18 t/m 23 en 25
oefentoets vraag 2 t/m 10

Slide 10 - Slide

Welke opgaves wil je bespreken?

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Slide

Wat je moet kennen...
  • de begrippen warmte en temperatuur;
  • wat er gebeurt met de dichtheid wanneer de temperatuur van een stof toeneemt; 
  • een stof zinkt als de dichtheid groter is dan de dichtheid van de vloeistof, zweeft als de dichtheid even groot is en drijft als de dichtheid van het voorwerp kleiner is;
  • Formules, eenheden en symbolen van:   ρ = m / V      &      Q = c * m * ΔT
  • Qop = Qaf

Slide 13 - Slide

Wat je moet kunnen...
  • rekenen met de formule ρ = m / V;
  • uitrekenen welk deel van het volume van een voorwerp zich in de vloeistof bevindt;
  • uitleggen wat het verschil is tussen warmte en temperatuur;
  • rekenen met de formule Q = c * m * ΔT
  • de soortelijke warmte van een stof berekenen;
  • beredeneren welke stof een grotere soortelijke warmte heeft;
  • Qop = Qaf toepassen.

Slide 14 - Slide

Wensen voor de
volgende les.

Slide 15 - Mind map