This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Basisstof 4: veranderende ecosystemen
H4
Thema 7
Ecologie & Milieu
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt enkele ecosystemen beschrijven aan de hand van kenmerkende soorten
Je kunt veranderingen in een ecosysteem beschrijven
Je kunt in een model gegeven informatie over ecosystemen gebruiken, bewerken en analyseren
Slide 2 - Slide
De 'piramide' hiernaast is een piramide van...
A
Aantallen
B
Biomassa / energie
C
Dat kan je niet zeggen
D
Zowel aantallen als biomassa
Slide 3 - Quiz
Juist of onjuist:
Alleen producenten doen aan assimilatie
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
Juist of onjuist:
Alle consumenten, detrivoren en reducenten zijn heterotroof
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Video
00:29
Je hebt zojuist drie plaatjes gezien. Het bovenste plaatje liet een leeg akker zien en op het tweede plaatje was zichtbaar dat daar wat grassoorten groeiden. Geef een verklaring voor het feit dat er eerst grassen en niet gelijk bomen op een leeg akker zullen groeien?
Slide 7 - Open question
01:31
Geef een aantal eigenschappen van pionierssoorten
Slide 8 - Mind map
03:22
Hoe ontstaat successie?
Sleep de onderstaande gebeurtenissen zodat er een juiste chronologische volgorde ontstaat
1
2
3
4
5
6
Op de bodem die arm is aan organische stof ontkiemen planten die bestand zijn tegen extreme abiotische factoren
Kleine consumenten 1e orde en reducenten vestigen zich in en op de bodem
De reducenten breken detritus af waardoor bodem rijker wordt aan organische stof
Door de rijkere bodem worden er meer producten aangetrokken met een tolerantie voor meer anorganische stof.
Het voedselaanbod stijgt enorm en trekt consumenten van hogere orden aan.
De biodiversiteit stijgt explosief en er ontstaat gelaagdheid in het ecosysteem
Slide 9 - Drag question
05:18
Pioniersecosystemen en climaxecosystemen hebben elk hun eigen kenmerken en eigenschappen.
Sleep de volgende beschrijving naar het bijbehorende type ecosysteem
pioniersecosysteem
climaxecosysteem
kleine biodiversiteit
de BPP is groter dan de NPP
abiotische factoren zijn vrij constant
veel niches zijn vrij, nieuwe soorten vestigen zich makkelijk
de elementenkringlopen zijn gesloten
er is nauwelijks sprake van gelaagdheid
Slide 10 - Drag question
Slide 11 - Video
01:33
Nadat een bosperceel is leeggekapt wordt het perceel vaak 'teruggegeven aan de natuur' Is de ecologische ontwikkeling die dan gaat plaatsvinden een voorbeeld is van primaire of secundaire successie? Leg je antwoord uit.
Slide 12 - Open question
Duinlandschap speelt een belangrijke rol in het in stand houden van onze kust, daarnaast trekt het veel toeristen. Staatsbosbeheer heeft er veel werk aan om het gebied te onderhouden. Leg uit om welke ecologische reden beheer van het duinlandschap van belang is voor het in stand houden van dit ecosysteem.
Slide 13 - Open question
Gradiënt-ecosystemen zijn ecosystemen die langzaam overgaan van het ene type ecosysteem naar het andere ecosysteem. In dit soort ecosystemen is vaak de biodiversiteit ontzettend groot. Leg uit waardoor de biodiversiteit in gradiënt-ecosystemen hoger is