Les 1: prioriteiten bij plannen

Prioriteiten bij plannen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Prioriteiten bij plannen

Slide 1 - Slide

Inhoud les
Herhalen opdracht vorige les
Wat en waarom prioriteiten?
Hoe stel je prioriteiten?
Oefenen

Slide 2 - Slide

Opdracht
Vorige week heb je een planning gemaakt in je tweetal.
  1. Was het moeilijk of makkelijk?
  2. Heb je alles in de planning gekregen?
  3. Waarom heb je wel/niet alles in de planning gekregen?
  4. Hoe koos je wat in de planning kwam of niet?

Slide 3 - Slide

Wat betekend het woord 'prioriteit'?

Slide 4 - Open question

Prioriteiten
Prioriteren komt vanuit het Latijnse woord 'Prior'. 
Dat betekent voorrang verlenen aan wat belangrijk is of voorrang verlenen aan wat het belangrijkste is
Wat belangrijk is, moet eerst. 
Prioriteiten stellen is keuzes maken.

Slide 5 - Slide

Wat hebben plannen en prioriteiten stellen met elkaar te maken?

Slide 6 - Open question

Prioriteiten stellen
Door prioriteiten te stellen ben je besluitvaardig en houd je het overzicht. 
Mensen die prioriteiten stellen hebben vaak de zaken op orde. Dit zorgt ervoor dat ze minder snel last van stress hebben, of een burn-out krijgen. Wanneer je namelijk geen prioriteiten stelt, dan is de kans groot dat alles op één hoop komt.

Slide 7 - Slide

Waarom is het zo lastig om prioriteiten te stellen?
Kiezen is erg moeilijk
Alles is belangrijk
Het doel kan soms vaag zijn
De prioriteit is niet altijd de leukste optie 

Slide 8 - Slide

Kwadrant van Covey/Eisenhower

Slide 9 - Slide

Geef antwoord op de volgende stellingen
Opties: 
Belangrijk & Dringend = Doen
Belangrijk & Niet dringend = Plannen
Niet belangrijk & Dringend = Delegeren
Niet belangrijk & niet dringend = Niet doen

Slide 10 - Slide

Gamen, terwijl ik veel huiswerk heb
A
Doen
B
Plannen
C
Delegeren
D
Niet doen

Slide 11 - Quiz

Huiswerk vergeten te maken voor morgen
A
Doen
B
Plannen
C
Delegeren
D
Niet doen

Slide 12 - Quiz

Groepsgenoten gaan werken aan een project
A
Doen
B
Plannen
C
Delegeren
D
Niet doen

Slide 13 - Quiz

Ik moet veel leren voor de toetsweek, maar ik moet straks ook de hond uitlaten
A
Doen
B
Plannen
C
Delegeren
D
Niet doen

Slide 14 - Quiz

Ik heb al heel veel gedaan aan een project, maar mijn groepsgenoten nog niet
A
Doen
B
Plannen
C
Delegeren
D
Niet doen

Slide 15 - Quiz

Zelf oefenen
Stap 1: Maak een lijst met alle dingen die je moet doen volgende week.
Let dat je alles opschrijft: denk aan huiswerk, maar ook op je hobby’s en andere ‘verplichtingen’

Stap 2: Deel je taken nu in in het kwadrant

Stap 3: gebruik je prioriteiten om je planning te maken van volgende week.







Slide 16 - Slide