P3/week 1

1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

REGELS
Als je binnen in het lokaal komt en tijdens de les:
  • jas uit  , telefoon in je tas                                                                       
  • boek/pen/schrift/laptop op de tafel
  • klaar voor de les 
  • stil tijdens de les; je blijft op je plaats; iets vragen/een antwoord geven-->hand opsteken
WELKOM HK2C !

Slide 2 - Slide

Als je de regels niet respecteert...
  • 3 keer HV - nablijven + strafwerk
  • 3 keer MV - nablijven + strafwerk
  • als je de les verstoord - je pasje bij mij inleveren en nablijven + strafwerk

Slide 3 - Slide

Goals for today
  • Homework check
  • I can use                                    (bijvoeglijke naamwoorden) in a sentence correctly 

Slide 4 - Slide

LOG IN LESSONUP...

Slide 5 - Slide

Drag and drop: Match the pictures with the adjectives
ex.1

Slide 6 - Slide

angry
joyful
weird
curious
focussed
stunning

Slide 7 - Drag question

Do you remember the rule?
WAT
WAAR
WIE
DOET
WANNEER

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

1.  ran/ into/ unicorn/ The/ forest/ dark/ the.
2.  She/ shy/ seems.
3. wanted/ table/ a/ We/ grey.
4. dancers/ The/ stunning/ costumes/ their/look.
5. for/ He/ looking/ bag/ a/ is/ leather.
6. The/ wears/ Friday/ every/ woman/ a/ dress/ yellow.
7. stood/ bridge/ by/ A/ troll/ small/the.
ex.2
Put the words into the correct order to make sentences. Write them down in your map/schrift.
Zelfstandig werken.

Slide 10 - Slide

Wat is de vaste woordvolgorde in het Engels?
A
wie-wat-doet-wanneer-waar
B
wie-doet-wat-waar-wanneer
C
wie-doet-wat-wanneer-waar

Slide 11 - Quiz

Write down 6 sentences using these adjectives : weird, stunning, curious,angry ,joyful, focussed


Use 1 adjective for each sentence.
Let op: woordvolgorde.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Goals for today
  • I can talk about movies and series that I like/don`t like
  • I can use adjectives correctly

Slide 14 - Slide

Write down 6 sentences using these adjectives : weird, stunning, curious,angry ,joyful, focussed


Use 1 adjective for each sentence.
Let op: woordvolgorde.

Slide 15 - Slide

What did we do
yesterday?

Slide 16 - Mind map

opdracht- work in groups
Step 1: Kies een serie/film die je leuk/ niet leukt vindt en leg uit waarom. 
Gebruik zo veel mogelijk bijvoeglijke naamwoorden (adjectives).
De groepen krijgen 1 punt voor elke bijvoeglijke naamwoord  die ze hebben benoemd.
Let op de woordvolgorde!

Step 2: Elke groep krijgt 2 minuten om te presenteren.  


Slide 17 - Slide

GROUPS+tasks
groep 1 :  - Omer, Sunay, Djeneilla, Reyhan - film
groep 2: - Amr, Baran, Amina, Dounia  - serie
groep 3: - Inaya, Yahya, Romaissa, Imane,Rowedah  -film
groep 4: - , Yagmur, Ommaya, Imran, Angel -serie
groep 5: - Safouane, Sebo, Rayan, Aissata - film

Slide 18 - Slide

Look at the example... 
And answer the question.
THEY BOUGHT A LOVELY DRESS.

Slide 19 - Slide

Een adjective (bijvoeglijk naamwoord) zegt iets over ...
A
het bijwoord
B
het werkwoord
C
het zelfstandig naamwoord

Slide 20 - Quiz

Waar zet je het bijvoeglijke naamwoord?
A
voor het zelfstandig naamwoord
B
na het zelfstandig naamwoord

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Study- ADJECTIVES (GRAMMAR 5) - blz. 145/ boek A

Slide 23 - Slide