PO wereldgodsdiensten

wereldgodsdiensten
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GodsdienstLevensbeschouwingMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

wereldgodsdiensten

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Ik kan aan het einde van de les vertellen welke verschillende godsdiensten er bestaan.

Ik kan belangrijke personen per godsdienst opnoemen.
Ik kan samen met mijn klasgenoten een presentatie maken over één van de wereldgodsdiensten. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

In godsdienstige verhalen kun je veel verschillende dingen tegenkomen:

  • Verhalen bedoeld als letterlijk verslag van gebeurtenissen.
  • Wijze lessen voor het leven (met antwoorden op levensvragen).
  • Leefregels.
  • Het eren van de God of goden.
  • Verhalen die laten zien hoe belangrijk of bijzonder het eigen geloof is, de eigen God of de eigen profeet.
  • Uitleg van wie of wat God is.

Slide 4 - Slide

Monotheïsme 
Polytheïsme 

Slide 5 - Slide

Jodendom
Hebben één God. Het jodendom kent meerdere heilige boeken. De Tora is hiervan de belangrijkste, dit zijn volgens joden de woorden van God.
De Talmoed is vooral commentaar en uitleg bij de Tora om deze beter te begrijpen. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Een van de eerste verhalen van de Joden gaat over de belofte tussen Abraham en zijn God. Als Abraham en al zijn nakomelingen God vereren en zich aan zijn regels houden, zal God voor ze blijven zorgen en hun volk een eigen land en een goede toekomst geven.
Een van de belangrijkste verhalen is dat de voorouders van de Joden slaven waren in Egypte. Zij hadden een zwaar leven waarin veel angst was en waarschijnlijk weinig hoop op een betere toekomst.
Zoals God ooit beloofd had, werden deze slaven gered en konden ze onder leiding van Mozes ontsnappen.
Het jodendom ontstond in het Midden-Oosten. De belangrijkste verhalen spelen zich af in het land Israël, het land dat volgens de verhalen door God beloofd werd aan het Joodse volk.
De vroegste Joden leefden in een wereld waar mensen in veel verschillende goden geloofden (=polytheïsme). Er was dan ook veel strijd om wiens God de beste was of welke je moest vereren.
In het begin van de 6e eeuw voor Christus (vanaf ± 597 v.Chr.) begon de Babylonische ballingschap. De Babyloniërs veroverden Jeruzalem en na verschillende opstanden werden veel Joodse leiders en anderen uit hun land gezet en naar Babylon gestuurd. 
Voor Joden is de Babylonische ballingschap een zware periode uit hun geschiedenis. Ze waren hun land en hun Tempel kwijt en mochten niet terug. De Babyloniërs vereerden ook andere goden. De Joodse gemeenschap in Babylon wilde hoop houden en niet vergeten wie ze waren en waar ze vandaan kwamen. In deze tijd werden de meeste verhalen uit het Joodse heilige boek geschreven.
In het jodendom is juist geloof in één God (monotheïsme) en trouw zijn aan die ene God belangrijk.

Slide 8 - Slide

Christendom
Het heilige boek van de christenen is de Bijbel: een verzameling van veel verschillende boeken bij elkaar. Hoe je deze moet begrijpen daar zijn veel meningen over. De twee belangrijkste:
katholiek: de paus is de leider. Tradities, heiligen en kerkelijke regels staan centraal.
protestants: Het protestantisme ontstond later en vindt dat de Bijbel het belangrijkste is en dat mensen zonder tussenkomst van een priester zelf met God kunnen praten.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Jezus was ontevreden over hoe de joodse leiders omgingen met het geloof en met niet-joden. Hij vond vooral naastenliefde belangrijk. Dat je de mensen om je heen accepteert en goed behandelt, ongeacht wie ze zijn.
Het belangrijkste geloof in het land was het jodendom. In de tijd van Jezus werd Israël geregeerd door de Romeinen, die hun eigen geloof hadden. 
Het christendom begon in het Midden-Oosten in het land Israël met het leven van de joodse Jezus van Nazareth. Later werd hij ook wel Jezus Christus genoemd, daarom noemen we zijn volgelingen ‘christenen’. 
In de eerste eeuw na Jezus’ dood schreven een aantal van zijn volgelingen verhalen over zijn leven. Hiermee wilden ze anderen overtuigen om het voorbeeld van Jezus te volgen en wilden ze hun nieuwe geloof (het christendom) verspreiden.
Christenen geloven dat er maar één god is (monotheïsme).
Jezus werd veroordeeld door de Romeinse overheid en gekruisigd. Volgens de verhalen is hij daarna weer uit de dood opgestaan. Latere volgelingen van Jezus waren vooral onder de indruk van zijn dood en opstanding. Paulus legde dit uit als dat Jezus was gestorven voor de zonden van alle mensen. 
De eerste christenen waren vaak kleine groepjes in verschillende landen rond de Middellandse Zee. Zij vonden het soms moeilijk om trouw te blijven aan hun geloof. In de Bijbel vind je veel brieven en verhalen voor deze eerste christenen, om ze te steunen in hun geloof.

Slide 11 - Slide

Islam
 Moslims geloven in één God (Allah) en volgen de Koran, het heilige boek. Ze bidden vijf keer per dag, vasten in de ramadan en proberen goed te leven volgens de regels van de islam. De twee belangrijkste stromingen zijn: 
Soennieten: vormen de grootste groep en volgen de tradities van Mohammed. 
sjiieten:   sjiieten geloven dat alleen familieleden van Mohammed, zoals zijn neef Ali, zijn echte opvolgers konden zijn.



Slide 12 - Slide

De islam begin in de stad Mekka in het land wat we nu kennen als Saoedi-Arabië, in het gebied dat we het Midden-Oosten noemen. Het begon in de 6e/7e eeuw na Christus met de profeet Mohammed.
In die tijd waren er al veel godsdiensten in het Midden-Oosten. Het jodendom en het christendom bestonden al lange tijd en veel van de mensen in Arabië vereerden allemaal verschillende goden.
Mekka werd in die tijd bestuurd door een aantal machtige families die verschillende goden vereerden (=polytheïsme). Vaak vereerden ze deze goden in de vorm van beelden. Dit grote zwarte gebouw (de Ka'aba) stond vroeger vol met godenbeelden.
Toen Mohammed steeds meer volgelingen kreeg, werden deze eerste moslims veel lastiggevallen door de inwoners en machtige families van Mekka. Die waren niet blij met Mohammed, die zei dat je maar in één onzichtbare God moest geloven (=monotheïsme).
Volgens Mohammed was Mekka een gevaarlijke plek van dieven en bedriegers. Er was veel geweld en oneerlijkheid om hem heen.
Veel verhalen maken duidelijk dat Mohammed speciaal door God werd uitgekozen om mensen te vertellen over het geloof.

Slide 13 - Slide

Hindoeïsme 
 Dit is een geloof met veel goden en heilige verhalen, vooral in India. Hindoes geloven in karma (alles wat je doet, heeft gevolgen) en reïncarnatie (je wordt na je dood opnieuw geboren).

Slide 14 - Slide

Later, toen Groot-Britannië India veroverde werd ‘hindoe’ de naam voor iedereen in India die niet christen, jood of moslim was. ‘Hindoeïsme’ werd dus een verzameling van allemaal tradities en geloven in India, met veel verschillende ideeën over de goden (of God).
In het hindoeïsme worden veel verschillende goden vereerd (polytheïsme)
In de tijd dat het boeddhisme begon was er veel strijd tussen de krijgers en priesters over wie nu het beste/hoogste was. De Boeddha zei: ‘je geboorte bepaalt niet hoe hoog je bent, maar wat je doet in je leven’.
India kende in de tijd van de Boeddha (en ook nu nog) veel rondreizende wijze mannen of ‘heilige mannen’ die mensen leerden over het geloof, vertelden over de goden en hoe je moet leven.
Het boeddhisme begon in een gebied dat nu op de grens ligt van Nepal en India, in ± 500 voor Christus.
Het hindoeïsme begon lang geleden (± 3500-1500 v.Chr.) rond de rivier de Indus in India. ‘Hindoe’ betekende eerst ook gewoon ‘iemand die rond de Indus woont’.
In het vroege hindoeïsme was het heel belangrijk om de juiste rituelen voor de goden uit te voeren. Je moest alles precies goed doen en zeggen voor de goden. Het hindoeïsme is dan ook een geloof waarin het belangrijk is wat je doet.
Het vroegste geloof in India begon met natuurgoden (god van het vuur, god van de wilde dieren, zonnegod, god van de lucht enz.).

Slide 15 - Slide

Boeddhisme 
Dit geloof gaat niet over een god, maar over het bereiken van innerlijke rust en geluk. Boeddhisten proberen vrij te zijn van verlangens en lijden door goed te leven en te mediteren.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Oude Romeinen/ Oude Grieken
Oude Grieken: De oude Grieken geloofden in meerdere goden die op de berg Olympus woonden en zich met mensen bemoeiden. Hun godenverhalen (mythologie) verklaarden natuurverschijnselen en het leven, en ze eerden de goden met tempels, offers en de Olympische Spelen.

Oude Romeinen: De Romeinen namen veel goden over van de Grieken, maar voegden ook hun eigen goden toe, zoals Janus en Mars. Ze geloofden dat de goden hen hielpen als ze offers brachten en tempels bouwden, en hun keizers werden soms als goden vereerd.

Slide 18 - Slide

Begrippen uit deze les

  • polytheïsme
  • monotheïsme
  • naastenliefde

Slide 19 - Slide

Leerdoel
Ik kan aan het einde van de les vertellen welke verschillende godsdiensten zijn er zijn.

Ik kan belangrijke personen per godsdienst opnoemen.

Slide 20 - Slide