HS 4.1 & 4.2

HS 4

Nieuwe ronde, nieuwe kansen.

1 / 18

Slide 1: Slide

NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

HS 4

Nieuwe ronde, nieuwe kansen.

Slide 1 - Slide

Wat kan je nog herinneren over krachten?

Slide 2 - Mind map

nettokracht of resulterende kracht

welke soorten krachten herken

je uit het plaatje?

Slide 3 - Slide

nettokracht of resulterende kracht

Als er meerdere krachten

op een voorwerp werken, v

ind je de nettokracht door

constructie. (Hs4.3)

Deze nettokracht is de

resulterende kracht

van de verschillende krachten

op een voorwerp.

Slide 4 - Slide

antwoorden van HS 4.1

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

00:32

Welke 3 eigenschappen van een kracht heeft Vector net opgesomd.

Slide 7 - Mind map

Kracht

is een wisselwerking tussen 2 voorwerpen.

een kracht is een wisselwerking tussen twee voorwerpen.

De kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt.

Slide 8 - Slide

Soorten krachten

Veerkracht Fv
Spankracht Fs
Zwaartekracht Fz
Normaalkracht Fn

Wrijvingskrachten

Schuifwrijving Fw,s
Maximale schuifwrijvingskracht Fw,s,max
Rolweerstand Fw,r
Luchtweerstand Fw,l

Slide 9 - Slide

opgaven

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

02:08

Leg uit wat schuifwrijvingskracht is.

Slide 12 - Open question

Kracht tekenen.

Een kracht teken je als een pijl.

De lengte van de pijl geeft,

door middel van een krachtenschaal,

de grootte van de kracht aan in newton.

Slide 13 - Slide

Weet je nog van klas 2 en 3?

F^{​ Z ​ ​} = m \cdot g

g = 9, 81 \frac{​ N ​ ​}{​ k g ​} = 9, 81 \frac{​ m ​ ​}{​ s ^{​ 2 ​ ​} ​}

F^{​ v ​ ​} = C \cdot u

F^{​ w, s, m a x ​ ​} = f \cdot F^{​ n ​ ​}

C = de veerconstante (N/m)

u = uitrekking (m)

f = wrijvingscoëfficiënt

Fn = wordt gegeven

Slide 14 - Slide

Een veer is 12 cm lang. Door een massa van 300 gram wordt hij 30 cm lang. Wat is de veerconstante v/d veer ?

Slide 15 - Open question

Formules

Zwaartekracht

Gewicht

Veerkracht

Schuifwrijvingskracht

Rolwrijvingskracht

Luchtwrijvingskracht

F^{​ z ​ ​} = m \cdot g

F^{​ v ​ ​} = (-) C \cdot u

F^{​ w, r ​ ​} = c^{​ r ​ ​} \cdot F^{​ n ​ ​}

F^{​ w, l ​ ​} = k \cdot v^{​ 2 ​ ​} m e t k = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} \cdot C^{​ w ​ ​} \cdot ρ \cdot A

F^{​ w, s ​ ​} = f \cdot F^{​ n ​ ​}

G = F^{​ n ​ ​}

Slide 16 - Slide

Een astronaut neemt een camera mee vanaf aarde naar de maan. De camera weegt 2,3 kg op aarde en .. kg op de maan. Bereken de valversnelling op de maan

Slide 17 - Open question

Op aarde is de valversnelling 10m/s^2. Op Jupiter is dat 25 m/s^2. Als men een bal van een bepaalde hoogte laat vallen. Wat is dan de eindsnelheid na 4 sec. voor beide planeten. En welke afstand legt de bal dan af.

Slide 18 - Open question