V5_Vragenuurtje T3 Stofwisseling
1 / 14
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Heb je specifieke vragen? Zijn er onderwerpen die beslist nog even aangesneden zouden moeten worden tijdens dit vragenuurtje?
Slide 2 - Open question
Enzymen
Cellulase
Cellulose
NADP+ reductase
ATP-synthese
ATP-synthase
Rubisco
Ribulose
Slide 3 - Drag question
Enzymen
Katalyseren en reactie
Worden verbruikt bij een reactie
Verhogen de activeringsenergie
Sleutel/slot-principe
Verlagen de activeringsenergie
Slide 4 - Drag question
Dissimilatie
Assimilatie
Glycolyse
Lichtreactie
Donkerreactie
Decarboxylering
Citroenzuurcyclus
Oxidatieve fosforylering
Calvin cyclus
Slide 5 - Drag question
Lichtreactie
Donkerreactie
Vormt NADPH
Vormt ATP
Gebruikt ATP
Gebruikt NADPH
Gebruikt elektronen uit water
Vormt O2
Gebruikt CO2
Vorming Glyceraldehyde-3-fosfaat
Elektronentransportketen
Slide 6 - Drag question
Een afname van de lichtintensiteit zorgt uiteindelijk voor een
A
hogere protongradiënt
B
lagere protongradiënt
C
zelfde protongradiënt
Slide 7 - Quiz
Bij een afname van de lichtintensiteit wordt er
A
evenveel NADPH gevormd
B
minder NADPH gevormd
C
dezelfde hoeveelheid NADPH gevormd
Slide 8 - Quiz
(Mitochondrium) - Een toename van de elektronenstroom zorgt voor een
A
afname van de protongradiënt
B
toename van de protongradiënt
C
toename van de omzetting van FAD+ in FADH2
D
toename van de omzetting van H2O in O2
Slide 9 - Quiz
Er vindt dissimilatie van glucose plaats. Neemt de hoeveelheid anorganisch fosfaat toe of af of blijft dit gelijk?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft gelijkt
Slide 10 - Quiz
Bij welke omzetting of bij welke van onderstaande omzettingen wordt vrijkomende energie gebruikt voor het maken van ATP?
A
omzetting van pyrodruivenzuur in alcohol
B
omzetting van glucose in pyrodruivenzuur
C
omzetting van pyrodruivenzuur in melkzuur
Slide 11 - Quiz
Mitochondrien bevatten enzymen voor de omzetting van
A
glucose in pyrodruivenzuur
B
een koolstofverbinding in ethanol of melkzuur (lactaat)
C
een koolstofverbinding in koolstofdioxide en water(stof)
Slide 12 - Quiz
Bij gebrek aan zuurstof vindt
A
de glycolyse niet plaats
B
de citroenzuurcyclus niet plaats
C
de oxidatieve fosforylering wel plaats
Slide 13 - Quiz
Anaerobe dissimilatie (dierlijke cel)
Anaerobe dissimilatie (gist)
Melkzuurgisting
Alcoholgisting
CO2-productie
