3mf monday 24th of September

1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Goals
I can use the 'past simple'
I know what kind of questions I can expect in the testwek

Slide 2 - Slide

Isa and Joy

Slide 3 - Slide

Questions
Do you know these questions?

Slide 4 - Slide

What does the word refer to?
A
Waar wijs je naar?
B
Waar verwijst het woord naar?
C
Wat betekent het woord wijzen?
D
Wat doet het woord verwijzen daar?

Slide 5 - Quiz

How does the writer introduce the topic?
A
Hoe stelt de schrijver zich voor?
B
Hoe introduceert de schrijver zichzelf?
C
Hoe introduceert de schrijver het onderwerp?
D
Hoe schrijf je een introductie?

Slide 6 - Quiz

What is the main point of paragraph 5?
A
Wat is het belangrijkste punt in alinea 5?
B
Wat is het punt van alinea 5?
C
Welk punt wordt niet gemaakt in alinea 5?
D
Is dat het punt van alinea 5?

Slide 7 - Quiz

What is mentioned about dogs?
A
Wat is er met honden?
B
Hoe worden honden vaak genoemd?
C
Hoe noem je een hond?
D
Wat wordt er gezegd over honden?

Slide 8 - Quiz

What becomes clear in line 17?
A
Dat is duidelijk regel 17.
B
Wie schreef regel 17?
C
Wat wordt er duidelijk in regel 17?
D
Regel 17 lijkt mij duidelijk.

Slide 9 - Quiz

What can be concluded in paragraph 3 and 4?
A
Welke conclusie wordt er gemaakt?
B
Welke conclusie wordt er duidelijk in alinea 3 en 4?
C
Is dat de conclusie van de tekst in alinea 3 en 4?
D
Wat is de conclusie?

Slide 10 - Quiz

Which of the following words mean ...
A
Wat betekenen deze woorden?
B
Wat betekent het volgende?
C
Welke van de volgende woorden betekent...
D
Wie is bekend met de volgende woorden?

Slide 11 - Quiz

Melek and Ruth

Slide 12 - Slide

Yusuf and Mina

Slide 13 - Slide

Wat moet je zelf meenemen voor je testweek Engels?

Slide 14 - Open question

tips voor de testweek
1. Zorg dat je 's avonds je tas hebt ingepakt, dan hoef je je 's morgens geen zorgen te maken dat je iets vergeet. 
2. Ga op tijd naar bed, dan ben je uitgerust voor je examen. 
3. Neem je rustmomenten; eet wat en drink wat, dan werken je hersenen beter. 
4. Ademhalingsoefeningen; vanuit je buik heel diep adem halen door je neus en langzaam (4 seconden) weer langzaam uitademen. Herhaal dit vier of vijf keer. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Make 
Workbook Unit 2
Lesson 1
exercises 1 to 7

Slide 17 - Slide

Devyan

Slide 18 - Slide

homework
examen maken

Slide 19 - Slide