This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
H2.3 Spiegelbeeld
Slide 1 - Slide
Leerdoelen 2.3
Noteer de leerdoelen!
Ik kan twee verschillende manieren van het terugkaatsen van licht noemen en beschrijven.
Ik kan met behulp van een geodriehoek spiegelende terugkaatsing tekenen. ( teken een voorbeeld in je portfolio noteer de normaal lijn en de juiste symbolen voor hoek van inval en hoek van terugkaatsing licht richting)
Ik kan de termen: virtueel-beeld, voorwerpafstand en beeldafstand omschrijven.
Ik kan beschrijven hoe een reflector werkt.
Ik kan het gezichtsveld van een spiegel in een tekening aangeven.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
een blad papier kaatst licht terug. een blad papier kaatst het licht ........ . dit heet ....... terugkaatsing
A
in een richting terug
diffuse
B
alle richtingen terug
diffuse
C
in een richting terug
spiegelende
D
alle richtingen terug
spiegelende
Slide 9 - Quiz
Licht dat op een spiegel valt ...... . dit heet ....... terugkaatsing.
A
in een richting terug
diffuse
B
alle richtingen terug
diffuse
C
in een richting terug
spiegelende
D
alle richtingen terug
spiegelende
Slide 10 - Quiz
Bij A is er ...... terugkaatsing Bij B is er ..... terugkaatsing
A
A = diffuse
B = diffuse
B
A = spiegelende
B = spiegelende
C
A = diffuse
B = spiegelende
D
A = spiegelende
B = diffuse
Slide 11 - Quiz
De normaallijn is:
A
de invallende lichtstraal naar de plaats waar de lichtstraal de spiegel treft
B
de lijn loodrecht op de spiegel op de plaats waar de lichtstraal de spiegel treft
C
het spiegeloppervlak waarop de lichtstraal wordt gespiegeld
Slide 12 - Quiz
welke tekening geeft de spiegelwet juist weer?
A
.
B
.
C
.
D
.
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
En nu Zelf! met potlood en Geo
Slide 20 - Slide
Reflectoren
Slide 21 - Slide
Hoe ziet jouw spiegelbeeld eruit als je in de spiegel kijkt?
A
achterstevoren, wat voor is nu achter.
B
wat links van jou is, staat in het spiegelbeeld rechts.
C
wat links van jou is, staat in het spiegelbeeld links
D
wat rechts van jou is, staat in het spiegelbeeld links
Slide 22 - Quiz
Je staat 1,5 m voor de spiegel. Je stapt een halve meter achteruit. Hoe ver staat het spiegelbeeld bij jou vandaan
Slide 23 - Open question
welke stellingen zijn juist? ( meerdere antwoorden )
A
voorwerp en beeld staan even ver van de spiegel
B
de voorwerpsafstand is de afstand van een voorwerp tot de spiegel
C
een spiegelbeeld zie je wel, maar het beeld bestaat niet echt
D
de voorwerpsafstand (v) is niet gelijk aan de beeldafstand (b)