a Katadreuffe bezoekt zijn vader omdat hij hoopt dat zijn vader, een deurwaarder, een uitzondering voor hem zou willen maken. Hij hoopt dat zijn vader hem helpt met zijn schuld.
b Katadreuffe verwacht dat zijn vader bereid zal zijn om hem te helpen, maar dat blijkt niet het geval te zijn. Zijn vader ziet hem niet anders dan de andere mensen met schulden.
c Dreverhaven wil Katadreuffe failliet laten verklaren om hem te leren dat zijn acties gevolgen hebben en dat hij zelf voor die gevolgen op moet draaien.
d Bijvoorbeeld: Ja, Dreverhaven probeert zijn zoon verantwoordelijkheid bij te brengen door hem de gevolgen van zijn eigen daden te laten dragen. Dreverhaven had zijn zoon ook kunnen helpen, maar dan zou Katadreuffe geen of minder verantwoordelijkheid hoeven te dragen.
Of: Nee, een vader hoort zijn zoon te steunen. Hij had zich milder en begripvoller op moeten stellen naar zijn zoon toe. Als hij de schuld niet wil kwijtschelden, zou hij op zijn minst mee kunnen denken over hoe Kattadreuffe zijn schuld zou kunnen afbetalen.
e Bijvoorbeeld: De relatie tussen vader en zoon is moeizaam. Er lijkt nauwelijks sprake te zijn van een vader-zoonrelatie. De vader ziet zijn zoon als iedere andere debiteur, terwijl de zoon juist op hulp van zijn vader hoopte. Dat verschil maakt dat vader en zoon elkaar niet begrijpen en leidt tot de woede die je in het fragment kunt lezen.