Structuur (heb je deze 3 vragen beantwoord?)
WIE IS MIJN BF ? SINDS WANNEER ?
WAAROM ?
Je moet letten op (lees je tekst opnieuw en controleer die)
- De juiste werkwoorden kennen en gebruiken
- Geslachts- en aantal overeenkomsten tussen onderwerpen, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden
- Nuttige nauwkeurige woordenschat
- Signaalwoorden om je tekst te structureren
Tips: houd je zinnen kort als je over iets twijfelt .
Onderwerp + werkwoord + aanvulling
Mon ami a 14 ans. Il aime le sport.