1.3 Alcohol

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

	Vak: Biologie Hoofdstuk: 1.3 Alcohol
1.	Lesopening
2.	Leergebiedoverstijgende doelen
3.	Lesdoel + minicheck
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Neem het boek van wiskunde voor je op bladzijde 25

Huiswerkcontrole:

Niet van toepassing. 

2. Leergebiedoverstijgende doelen

Zelfstandig leren

- Werkt in de gestelde tijd zelfstandig aan opdrachten op zijn planner (bord, agenda) en houdt zelf de tijd in de gaten om het af te krijgen. 

Reflecteren

- Kijkt zijn eigen werk na en corrigeert waar nodig.  

3. Lesdoel

Aan het einde van de les kun je:

- redenen noemen om alcohol te drinken, maar ook om geen alcohol te drinken. 

- gevolgen van alcohol over korte en langere tijd noemen. 

- vertellen wat alcoholvergiftiging en een kater inhoudt. 

Minicheck

Quiz mee!

Heb je alle 3 de vragen goed? 

Dan mag je daarna zelfstandig aan de slag. 

Niet alle 3 de vragen goed? 

Niet erg! Doe mee met de instructie. 

Noem een reden om alcohol te gaan drinken.....

Een gezond leven heeft te maken met

1. Lichaam
2. Geest
3. Sociaal leven
4. Allen zijn juist

Oorzaken ziekten zijn

1. Ongezonde leefstijl
2. Aangeboren aandoening
3. Te vaak op de fiets zitten
4. Allen antwoorden zijn juist

Verdiept arrangement

Aan de slag!

Lees en maak 1.3 Alcohol, bladzijde 25 t/m 28

Opdracht 18, 19 en 21

Klaar? 

1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 

2. Huiswerk ander vak afmaken. 

3. Leren toetsen/lezen/tekenen/Smartgame. 

4. Instructie

Redenen om alcohol te gaan drinken:

- erbij horen

- nieuwsgierigheid

- omdat je ouders het doen

- verveling

- ontspanning

- gezelligheid

- het vergeten van problemen

Redenen om geen alcohol te drinken:

Redenen om geen alcohol te drinken:

- slecht voor je gezondheid

- kost veel geld

- slechte ervaringen

- niet geïnteresseerd

- vanwege geloof

- vies

Effecten alcohol na korte tijd:

- loskomen (ontspannen en vrolijk voelen)

- aangeschoten zijn (meer durven, minder snel reageren)

- dronken zijn (eerder ruzie zoeken, minder goed horen, zien en bewegen, traag reageren)

- kater: de volgende dag weinig herinneren, dorst, hoofdpijn, overgeven en suf gevoel

Effecten alcohol na langere tijd:

- gewenning/verslaving: je moet steeds meer drinken voor hetzelfde effect

- schade aan lever, hersenen, maag

Door teveel te drinken kan je alcoholvergiftiging krijgen:

- suf en slaperig

- reageert niet meer als iemand tegen je praat

- kan leiden tot een hartstilstand of coma

Genotsmiddelen

Genotmiddelen zijn alle middelen die men voor het ‘genot’ gebruikt; voor de aangename, stimulerende of bewustzijnsveranderende werking. Genotmiddelen worden niet gebruikt vanwege de voedingswaarde, die overigens meestal ontbreekt.

Het genot zit in het effect wat het middel geeft. Het bewustzijn wordt er door beïnvloed, dat wil zeggen dat ze de stemming, het gevoel en het denken veranderen.

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag?

Lees en maak 1.3 Alcohol, bladzijde 25 t/m 28

Opdracht 18, 19 en 21

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig?

Geef het aan bij de juf. 

Dan gaan we samen aan de slag. 

6. Zelfstandig werken

Je leest + maakt zelfstandig, in stilte:

1.3, bladzijde 25 t/m 28, Opdracht 18, 19 en 21

Ben je klaar?

1. Kijk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.

2. Huiswerk ander vak afmaken. 

3. Leren toetsen/lezen/tekenen/Smartgame. 

7. Evaluatie

- zelfstandig leren; 45 min. werken aan opdr. die op het bord staan. 

- reflecteren; nakijken en corrigeren waar nodig. 

Huiswerk: