Aufgabe 15A, S. 24: Schrijf de juiste vorm van
werden in de TEGENWOORDIGE TIJD op.
Aufgabe 15B, S. 25: Schrijf per zin de betekenis van de vorm van werden op
(= óf 'worden' óf 'zullen').
Aufgabe 16, S. 25: Schrijf de juiste vorm van
werden in de VERLEDEN TIJD op. Dus, zonder trema (= betekenis 'werden') of mét trema (= betekenis 'zouden').