H4.1 - Lezen - feiten, meningen, argumenten

Basisopstelling
Ga op je eigen plek zitten en leg je spullen klaar: 
Huiswerk open op tafel, boek klaarleggen, laptop opstarten
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Basisopstelling
Ga op je eigen plek zitten en leg je spullen klaar: 
Huiswerk open op tafel, boek klaarleggen, laptop opstarten

Slide 1 - Slide

Ga op je eigen plek zitten en leg je spullen klaar: 
Huiswerk open op tafel, boek klaarleggen, laptop opstarten

Slide 2 - Slide

Ga op je eigen plek zitten en leg je spullen klaar: 
Huiswerk open op tafel, boek klaarleggen, laptop opstarten

Slide 3 - Slide

Heb jij jouw spullen op orde?
  • boek, laptop, schrift, pen/potlood mee
  • het huiswerk gemaakt
WELKOM 2KM
👨‍🏫 DIT GAAN WE VANDAAG DOEN
H4 - Lezen
FEITEN - MENINGEN - ARGUMENTEN

👨‍🏫 Volgorde van de les
1- HUISWERK CHECK
2- INSTRUCTIE
3- ZELFSTANDIG WERKEN 



Belangrijke mededelingen


HERKEN JIJ HET VERSCHIL TUSSEN FEITEN EN MENINGEN IN DE MEDIA?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

MENING (subjectief)
Hier kun je WEL anders over denken. 
Gedachtes, gevoelens, e.d. 
Meningen beginnen vaak met:
  • Ik vind ...
  • Mijn mening / standpunt is ...
  • Ik denk ...



INSTRUCTIE
FEIT (objectief)
Hier kun je NIET anders over denken. 
Het is vaak waarneembaar. 

👨‍🏫 Volgorde van de les
1- HUISWERK CHECK
2- INSTRUCTIE
3- ZELFSTANDIG WERKEN 



Slide 6 - Slide

INSTRUCTIE
Schrijf van iedere hond 2 feiten op.











Je moet een week op 1 van deze honden passen. Welke zou jij kiezen? Beargumenteer je keuze. (WAAROM kies je deze?)


timer
1:00

Slide 7 - Slide

INSTRUCTIE
👨‍🏫 Volgorde van de les
1- HUISWERK CHECK
2- INSTRUCTIE
3- ZELFSTANDIG WERKEN 


ARGUMENT
De reden waarom je die mening hebt. 
Herken je aan signaalwoorden: want, omdat, daarom, dus. (Of je kunt deze in de zin zetten).

Wat is hier het argument?
  • Ik vind naar school fietsen fijn, want dan kan ik mijn energie kwijt. 
  • De hond van mijn buurman is gemeen, omdat hij altijd naar me blaft als ik langsloop. 

Slide 8 - Slide

INSTRUCTIE
👨‍🏫 Volgorde van de les
1- HUISWERK CHECK
2- INSTRUCTIE
3- ZELFSTANDIG WERKEN 


ARGUMENT
De reden waarom je die mening hebt. 
Herken je aan signaalwoorden: want, omdat, daarom, dus. (Of je kunt deze in de zin zetten).

Wat is hier het argument?
  • Ik vind naar school fietsen fijn, want dan kan ik mijn energie kwijt. 
  • De hond van mijn buurman is gemeen, omdat hij altijd naar me blaft als ik langsloop. 

Bedenk met je buurman / buurvrouw twee zinnen met een mening en een argument. De ene zin gebruik je het voegwoord DAAROM en bij de andere het voegwoord DUS.

Slide 9 - Slide

ZELFSTANDIG WERKEN 
MAVO: 
Maak blz. 96 - 98
Opdracht 1 + 2

KADER: 
Maak blz. 97 + 98
Opdracht 1 + 2 + 3


👨‍🏫 Volgorde van de les
1- HUISWERK CHECK
2- INSTRUCTIE
3- ZELFSTANDIG WERKEN 



Slide 10 - Slide